Stem op de okapi – Lessuggesties 2016

Stem op de okapi – Lessuggesties 2016

Bij Stem op de okapi, het boek waarmee Edward van de Vendel en Martijn van der Linden de de Woutertje Pieterse Prijs 2016 wonnen, is onderstaand lesmateriaal ontwikkeld door Lieke van Duin en Jos van Hest. Er is ook een pdf beschikbaar.

Boek

Niet alleen liefde en enthousiasme voor het dier spat van alle pagina’s van Stem op de okapi, maar ook liefde en enthousiasme voor schrijven en illustreren. Het is meer dan een informatief boek, op handzaam formaat met een nieuwsgierig makende omslag. Het verleidt meteen tot lezen en kijken, en niet alleen door de beginvraag Wat is jouw lievelingsdier? De poëtische teksten, originele tekeningen en het harmonieuze samengaan van tekst en beeld maken dat Stem op de okapi het informatieve genre overstijgt. De speelse omslag wijst daar al op, evenals de negen hoofdstuktitels die net als klassieke kinderboeken met ‘Waarin’ beginnen: DEEL EEN – Waarin we je de okapi voorstellen. Van zijn tong tot zijn staartje; DEEL TWEE – Waarin we je de okapi in andere verf laten zien. In andere kleuren, met andere strepen.

Edward van de Vendel heeft al veel ervaring met het afstemmen van tekst en beeld in kinderboeken over dieren – zie onder meer zijn populaire reeks beginnend met Sofie en de pinguïns, die in de verte doet denken aan de Fantasia-reeks van Geronimo Stilton. Stem op de okapi is echter van een andere orde: rustiger van lay-out en qua literaire en illustratieve kwaliteit veel sterker. De okapi wordt beeldend beschreven: Witte vlammen. Die links en rechts uit de okapi-billen slaan. Zo zien de zebrastrepen op de achterste benen van de okapi eruit. De okapi heeft vaasjesoren, kalkwangen, een slingertong, glaskogelogen, een koningsvacht, tiktikhoeven, een zonnekont. En hij wordt bezongen in liedjes.

Zo speels en lyrisch als hij beschreven wordt, zo wordt hij ook geschilderd, getekend, geschetst en gestempeld: realistisch, surrealistisch, sprookjesachtig, dada-achtig, lichtvoetig, grappig.

Wat in een puur informatief dierenboek taboe is, het vermenselijken van het dier, gebeurt hier met verve, letterlijk en figuurlijk: Een okapi is een dier dat zich verzorgt. Behalve de okapi-kleuter, pfah, moet je dat kleintje nu eens zien, mama moet het zeker weer doen? Ja hoor. Kind, kom eens hier. We zien een okapi op een fiets rijden en achter in het boek bekijken vader en kind okapi, met koptelefoon op, een aantal okapi-schilderijen in een okapi-museum, van kunstenaars als Fleur van der Weel, Floor Rieder, Philip Hopman en Marije Tolman.

Dit alles doet niets af aan de informatieve waarde van het boek. We lezen hoe westerlingen het dier pas in 1909 ontdekten, diep in het Congolese Ituri-woud en hoe het in dierentuinen terecht kwam. We lezen dat okapi’s zeldzaam zijn en tegenwoordig beschermd worden; hoe een stropersbende in 2012 het Okapi Conservation Station in Epulu overviel, waarbij zes bewakers en veertien okapi’s gedood werden. We lezen hoe een okapi-baby in de Zoo van Antwerpen geboren wordt. Er is een interview met de stamboekhouder voor de okapi’s in dierentuinen; twee jaar lang wordt een okapi-verzorger in Blijdorp gevolgd en ten slotte geven de auteurs achtentachtig redenen waarom de okapi hun lievelingsdier is.

Kortom: Stem op de okapi is een verrukkelijk rijk boek, voor liefhebbers van dieren én voor liefhebbers van taal, poëzie en beeldende kunst. Een boek om van te houden.

Opmerkelijk is dat na achtentwintig bekroningen van fictie voor het eerst een boek met grotendeels non-fictie de Woutertje Pieterse Prijs krijgt. Even opmerkelijk is dat van de zes titels op de shortlist van 2016 er drie non-fictie zijn: naast Stem op de okapi ook Rond vierkant vierkant rond van Ted van Lieshout en Een aap op de wc van Joukje Akveld.

Literaire non-fictie voor kinderen is sinds twee decennia in ontwikkeling. Griffeljury’s waardeerden het genre het eerst. In 1997 kreeg Ditte Merle een Zilveren Griffel voor Kleine kriebelbeestjes. Daarna volgden auteurs als Bibi Dumon Tak (in 2002 Zilveren Griffel voor Het koeienboek, in 2007 voor Bibi’s bijzondere beestenboek en in 2012 Gouden Griffel voor Winterdieren) en Jan-Paul Schutten (in 2008 Gouden Griffel voor Kinderen van Amsterdam en in 2014 voor Het raadsel van alles wat leeft). Ook de jury van de Gouden Uil had eerder oog voor non-fictie: in 2002 kreeg Bas Haring die prijs voor Kaas en de evolutietheorie, en in 2010 Ditte Merle voor Wild verliefd.

Een reden dat de Woutertje Pieterse Prijs niet eerder non-fictie bekroonde, kan zijn dat de criteria voor bekroning dat niet toestonden: bij de Woutertje Pieterse Prijs gaat het meer om het artistieke dan om het educatieve, waarbij de relatie tussen tekst en beeld ook meetelt.

Leeftijd en (voor-)lezen

Stem op de okapi is niet ingedeeld in hoofdstukken maar in delen. Bij hoofdstukken denk je aan een doorlopend verhaal; delen kunnen los van elkaar gelezen worden. Het is dus een boek waar je doorheen kunt zappen. Dat maakt het ook toegankelijk voor kinderen met een minder lange spanningsboog. Zij kunnen het boek worden ingetrokken door te beginnen met het deel dat hen het meest interesseert.

Het boek kan vanaf zes jaar voorgelezen worden, op deel 3 en 4 na, waarvoor je misschien iets ouder moet zijn. Deel 7, Waarin we okapi-verzorger Rob volgen. Twee jaar lang. is erg geschikt om voor te lezen, zeker als je met de kinderen naar de okapi’s in Blijdorp gaat kijken.

Vanaf acht jaar kunnen kinderen het boek zelf lezen.

Groepsgesprek

Een goede manier om een kinderboek klassikaal te bespreken is door Aidan Chambers ontwikkeld. Chambers is een Engelse jeugdboekenschrijver die in 2002 de Hans Christian Andersenprijs kreeg. Hij is ook een specialist in leesbevordering en hij beschrijft deze aanpak, ontstaan in de praktijk van de basisschool, in zijn boeken Vertel eens en De leesomgeving, samengevoegd in Leespraat, Biblion 2012. De Vertel eens-aanpak komt erop neer dat de klas ongeveer drie kwartier over een boek praat naar aanleiding van vragen die de leerkracht stelt. De werkwijze is te gebruiken in de hele basisschool, op het vmbo en in de onderbouw havo/vwo.

De basisvragen van Chambers, die meestal veel reactie ontlokken, zijn dan:

  1. Wat vind je goed aan het boek?
  2. Wat vind je minder goed aan het boek?
  3. Wat vind je moeilijk? Makkelijk? Grappig? Bijzonder? Interessant?
  4. Wat valt je op aan hoe het boek is geschreven en getekend? Wat voor soort teksten staan in het boek? Hoe is het boek opgebouwd?

Zet de antwoorden van de leerlingen op deze vragen in steekwoorden op het bord. De eerste drie vragen vormen een inleiding tot de laatste vraag, die het belangrijkst is: hoe zit het boek in elkaar?

Als je kinderen leert daarop te letten, gaan ze beter kijken, luisteren en lezen. Dan kunnen ze meer genieten van een boek, en daar gaat het uiteindelijk om. Als ze er eenmaal mee geoefend hebben, dringt een boek beter tot hen door. Bij Stem op de okapi zijn de illustraties uitermate belangrijk. Betrek die daarom in de bespreking.

Zodra de leerlingen doorhebben dat dát nu stijlkenmerken zijn, gaan ze die in andere boeken ook herkennen. Soms vinden leerlingen na zo’n bespreking moeilijke aspecten niet moeilijk meer, of vallen hen opeens leuke dingen op die ze eerst niet zagen.

Mogelijke antwoorden op vraag 4

Qua inhoud:

  • Het boek heeft negen delen, geen hoofdstukken
  • Er staat in hoe de okapi echt is en hoe hij in fantasie is
  • Er zijn delen om te lezen en delen om te kijken
  • Deel 1: signalement
  • Deel 2: tekeningen, zonder woorden
  • Deel 3: uitleg en geschiedenis
  • Deel 4: interview met vragen en antwoorden
  • Deel 5: reportage van een geboorte
  • Deel 6: liedjes en gedicht
  • Deel 7: reportage over het verzorgen van okapi’s
  • Deel 8: getekend museumbezoek
  • Deel 9: 88 redenen waarom de okapi lievelingsdier is

Qua vorm:

  • Soms extra informatie in de kantlijn, in een andere kleur
  • Bladzijden met veel tekst tot bladzijden zonder tekst
  • Tekst soms in drukletters, soms in handschrift
  • Bij de interviews zijn de vragen in andere kleur en ander lettertype
  • Alleen tekeningen, geen foto’s
  • Tekeningen in allerlei stijlen en materialen: okapi’s soms realistisch, soms fantasie

Tips

Er zijn meer vragen mogelijk; elke leerkracht ontwikkelt daarin zijn of haar eigen stijl.
Alles mag gezegd of opgemerkt worden. Niets is gek of stom. Geef de leerlingen het gevoel dat hun antwoord belangrijk is.
Er wordt niet door elkaar heen gepraat. Iedereen luistert naar elkaar.
Het boek moet niet te simpel en voorspelbaar zijn, anders zijn de leerlingen er snel over uitgepraat. Stem op de okapi is geschikt voor zo’n bespreking, evenals alle andere boeken die de Woutertje Pieterse Prijs hebben gewonnen.
De Vertel eens-aanpak werkt het best als je die regelmatig hanteert. Dan raken de leerlingen eraan gewend en gaan ze het leuk vinden om op ontdekkingsreis te gaan in andere boeken. (Meer informatie in Aidan Chambers: Leespraat, Biblion 2012.)

Praten over je lievelingsdier

‘Wat is jouw lievelingsdier?’
‘Een pony.’
‘Wat is jouw lievelingsdier?’
‘Dolfijnen.’
‘En het jouwe?’
‘Mag ik er twee noemen? Een pinguïn en een poesje.’
‘Het jouwe?’
‘De zwarte panter.’
‘En wat is jullie lievelingsdier dan?’
‘De okapi.’ (p. 5)

Praat met elkaar over jouw lievelingsdier. Je mag best een ander lievelingsdier hebben dan de schrijver en de illustrator van het boek. Waarom kies je voor dat dier? Is het altijd jouw lievelingsdier geweest? Kun je ook twintig lievelingsdieren hebben, of zijn het dan geen lievelingsdieren meer? Waaraan moet een lievelingsdier voor jou voldoen? Kunnen koude vissen, gevaarlijke roofdieren, enge insecten, uitgestorven dieren ook lievelingsdieren zijn? Waarom (niet)?

Over de manier van schrijven

Een witte zon
Witte vlammen.
Die links en rechts uit de okapi-billen slaan.
Zo zien de zebrastrepen op de achterste benen van de okapi eruit.
Midden op de okapi-bips zijn die vlammen nog dik, maar op de zijkant van zijn lijf worden ze steeds smaller.
Alle okapi’s dragen zulke spierwitte zonnestralen op hun achterste.
Het is alsof ze, voor ze geboren werden, eerst in de rij voor een schilder zijn gaan staan. En dat die schilder ze toen een voor een met hun eigen zonnestrepen heeft versierd. In het midden van de okapi-bips lekker dik en wit, maar aan de zijkanten werd de verf steeds dunner uitgesmeerd.
Elke bil is anders.
Elke okapi is anders. (p. 12)

Zo beschrijft Edward van de Vendel de strepen op het achterste van de okapi. Er staat ook een duidelijke tekening van Martijn van der Linden bij.

In Wikipedia, een digitale encyclopedie, staat deze beschrijving:

De okapi heeft een kastanjebruin tot chocoladebruin lichaam, met zwarte en witte strepen en vlekken op de poten en een witte strepentekening op de achterzijde. Deze tekening is voor elk dier uniek, vergelijkbaar met een vingerafdruk.

Wat zijn de verschillen tussen deze twee beschrijvingen? Praat er samen over.

Nog een voorbeeld van Edward van de Vendel:

De okapi-tong is blauwachtig grijs en ongeveer net zo lang als jouw arm; een stevig, gespierde reep. Bijna een zweep.
De okapi gebruikt hem om bladeren naar zich toe te halen en takjes van de boom te trekken.
En als het moet kan de okapi zijn tong ook helemaal naar het bovenste gedeelte van zijn eigen hoofd zwiepen, om iets wat kriebelt tussen zijn ogen weg te slaan, of om iets wat kriebelt uit zijn oren weg te likken.
Hoe schuw en verlegen de okapi verder ook lijkt, als je zijn tong ziet, zeg je vanzelf hardop: ‘Respect’. (p. 26)

In Wikipedia staat het zo:

Met de lange blauwe tong kan de okapi bladeren en knoppen van takken halen. De tong is zo lang, dat de okapi zijn eigen oren kan schoonlikken.

Zoek de verschillen tussen de twee teksten en praat erover met elkaar. Welke teksten vind je het fijnst om te lezen? Welke teksten snap je het best, zie je het best voor je? Hoe komt dat?

Over plaatsen en landen die in het boek staan

Congo (p. 50, 53, 54, 57, 60, 61, 69, 72 ), het Ituri-woud (p. 52), New York (p. 61), Antwerpen in België (p. 67, 75, 78, 83, 85, 88, 127, 133, 158,160), Rotterdam (p. 67, 110, 112, 128, 132, 160), Parijs (p. 68), Kopenhagen (p. 71), Epulu (p. 72, 73, 160), Zuid-Afrika (p. 79), Japan (p. 79) Verenigde Arabische Emiraten (p. 79), Hilvarenbeek, Beekse Bergen (p. 82, 119, 160), Wrocław in Polen (p. 83), Chester in Engeland (p. 84, 115, 116), Stuttgart in Duitsland (p. 85, 112), Keulen in Duitsland (p. 112), Beauval in Frankrijk (p. 116, 117), Bristol in Engeland (p. 120, 130), White Oak Park in Florida (p. 131), Dublin in Ierland (p. 120, 128).

Dit is een verzameling van plaatsen en landen die in het boek worden genoemd. Zoek ze met elkaar op in een atlas of op de wereldkaart en praat erover. Waar ben je wel eens geweest? Waar zou je wel eens heen willen? Bekijk op de kaart de reis van Kamina, geboren in Rotterdam, verhuisd naar Beauval en weer teruggegaan naar Rotterdam; kijk ook naar de reis die Kamba aflegde: geboren in Keulen, verhuisd naar Rotterdam en later vertrokken naar Dublin.

Bezoek het Ituri-woud waar de okapi’s in het wild leven: (film van 50 minuten)

Over de drie mooiste schilderijen

Vorm met twee andere kinderen een jury. Bezoek samen het okapi-museum waar je veertien okapi-schilderijen kunt zien (p. 135 / 153). Bekijk eerst voor jezelf alle schilderijen en maak een topdrie van de schilderijen die jij het mooist vindt. Schrijf de namen van de makers op. Als iedereen dat heeft gedaan, vertel je in je groepje wat jouw keuze is en je legt uit waarom. Praat daarna net zo lang met elkaar dat je het eens wordt over een gezamenlijke topdrie. Probeer elkaar te overtuigen met argumenten.

Over wat je wilt hebben

Wat zou je het liefste willen? Kies één ding uit de lijst:

  • een sleutelhanger met een okapi eraan
  • kaartjes voor het hele gezin voor dierentuin Blijdorp
  • een prachtige tas van okapi-leer
  • een poster van een moeder okapi met kind okapi
  • een schedel van een okapi
  • een okapi-knuffel van namaakbont
  • kaartjes voor het hele gezin voor De Beekse Bergen
  • het boek Stem op de okapi
  • een ingelijste tekening uit het boek Stem op de okapi
  • een schoolbezoek van schrijver en tekenaar van het okapi-boek
  • drie kroketten met okapi-vlees
  • een schoolbezoek van een okapi-verzorger
  • een stoere riem van okapi-leer
  • een reis in je eentje naar het Ituri-woud in Congo
  • een okapi als huisdier

Vertel in een groepje aan elkaar wat je gekozen hebt en waarom. Hebben jullie dezelfde of verschillende dingen gekozen? Hoe zou dat komen? Staan er ook dingen op de lijst die je niet hoeft of die je nooit zou willen hebben? Waarom niet?

Over mensen die op okapi’s lijken

Terwijl je over hem las, heb je misschien ook aan mensen gedacht die je kent. Die ook niet schreeuwen en ook niet op de voorgrond willen staan, maar waarvan je toch zo blij bent dat ze er zijn. okapi-achtige mensen zijn het, schitterend en stil. En weet je – dit boek is voor iedereen. Maar als jij toevallig zelf zo’n meisje bent, of zo’n jongen, kalm en soms bang, dan is dit boek een beetje extra voor jou. Omdat okapi’s prachtig en belangrijk zijn, en jij dus ook. (p. 157)

Ken jij mensen die niet schreeuwen en niet op de voorgrond willen staan, mensen om wie je blij bent dat ze bestaan? Schitterende en stille mensen? Praat met elkaar over okapi-achtige mensen die je misschien kent, thuis, in je familie, op school, in de straat, in je club.

Ben je zelf een kalm kind dat soms bang is? Ken je een kind dat op een okapi lijkt, niet uiterlijk, maar van binnen of in gedrag? Als je zelf niet op een okapi lijkt, op welk beest dan wel? En waarom?

Vorm een groepje en bespreek met elkaar op welk dier je groepsgenoten lijken, niet qua uiterlijk, maar qua innerlijk. Is A meer een vogel dan een vis? Welke vogel of welke vis? Is B meer een huisdier dan een wild dier? Welk huisdier of welk wild dier? Is C meer een poes dan een hond? Vertel ook waarom je voor dat dier kiest. Wees daar eerlijk en aardig in.

Over dierentuinen

Foto: Jos van Hest

Zijn dierentuinen goed en belangrijk? Of zijn ze slecht en is het beter om ze te sluiten? Daar denken mensen heel verschillend over.
Opgesloten dieren achter tralies zijn zielig. Of niet?
Leeuwen horen in de vrije natuur en niet in de stad. Of niet?
In sommige dierentuinen worden de dieren slecht verzorgd. Of niet?

Of ze worden er te goed verzorgd: ze krijgen op tijd eten en ze hoeven er niets voor te doen. Veel dieren in gevangenschap hebben stress. Is dat zo? Maar als er geen dierentuin was, had je nog nooit een echte tijger gezien! Is het dan zo belangrijk dat jij een echte tijger ziet? Straks zijn er alleen nog maar wilde dieren in dierentuinen en zijn ze in het echt uitgeroeid.

Hoe denk jij over het belang van dierentuinen? Bespreek met elkaar voor- en nadelen.

Een dierenverzorger uitnodigen

Stel je voor dat een dierenverzorger of een vrijwilliger van de dierentuin in je klas komt om te vertellen over zijn of haar werk. Dat kan de okapi-verzorger zijn, de man die in het aquarium werkt, de vrouw van het reptielenhuis of van de apenrots. Praat er in een groepje over. Wie kies je? Wat zou je van hem of haar willen weten? Hoe word je eigenlijk dierenverzorger?

Praat met de meester of juf of jullie een dierenverzorger op school kunnen uitnodigen. Hoe pak je dat aan? En hoe bereid je dat bezoek voor? Misschien kan er geen okapi-verzorger komen, maar wel een vrijwilliger die in een dierentuin of zeehondenopvang werkt.

Doen

Fantasiedier plakken

Je denkt: het lijkt wel een aan elkaar geplakt dier. Beetje hert. Beetje paard. Beetje zebra. En je denkt aan andere aan elkaar geplakte dieren. Zoals de oliwaterpanda (die bestaat niet). (p. 8)

Verzamel uit tijdschriften foto’s van verschillende dieren: vogels, vissen, zoogdieren, insecten. Verknip de foto’s,  ga schuiven met de stukken, knip eventueel bij en plak het resultaat vast. Zo maak je een collage van een nieuw geplakt dier. Je kunt er ook nog snorharen, tentakels of sprieten bij tekenen.

Geef je dier een aan elkaar geplakte naam.

YouTube-filmpjes bekijken

Een filmpje met veel info over de okapi, (9½  minuut), Nederlands ondertiteld:

Een kort filmpje van een okapi in het Ituri-woud, (ruim een halve minuut):

Twee korte filmpjes (2 minuten en 3½  minuut) van een okapi in de dierentuin:

 

Een baby-okapi in de dierentuin van Londen, (anderhalve minuut):

Een baby-okapi in de dierentuin van San Diego, (een minuut):

Film van 50 minuten over het Ituriwoud en de okapi’s:

Okapi’s in het echt zien

In Nederland kun je okapi’s zien in De Beekse Bergen (Hilvarenbeek) en in Blijdorp (Rotterdam). Welke plaats is voor jou het dichtstbij? Bekijk de websites: www.safaripark.nl en www.diergaardeblijdorp.nl. Welke dierentuin lijkt je het leukst om heen te gaan? Vraag je moeder, vader, juf, meester, oom of tante om okapi’s te gaan bekijken. Vertel hen hoe mooi okapi’s zijn, en dat je deze zeldzame dieren in Nederland kunt zien. Vertel hen alles wat je weet over okapi’s en zeur je moeder, vader, juf, meester, oom of tante de oren van het hoofd. Vraag voor je verjaardag een okapi-bezoek. Of stel het voor als uitstapje of schoolreisje.

Kleurgedicht schrijven

Het bruin
De vacht van een okapi is prachtig, fluweelachtig bruin.
Het bruin van kastanjes die rond zijn en gezond zijn.
Het bruin van de aarde waarop het net geregend heeft.
Het bruin van de ogen van je lievelingsjuf.
Het bruin van de mantel van een goede koning, uit een mooie film.
Het bruin waar je je wang tegenaan wilt leggen, waar je je handen langs wilt laten gaan. (p. 19)

De beschrijving door Edward van de Vendel van het bruin van de okapi lijkt wel een gedicht. Hij vergelijkt het okapi-bruin met allerlei andere soorten bruin.

Maak een gedicht over jouw lievelingskleur waarin je op iedere regel een ander beeld geeft van die kleur. Schrijf eerst op een kladblaadje je lievelingskleur en daarna allerlei dingen die die kleur hebben. Zo ontstaat er een rijtje losse woorden. Denk aan dingen die te maken hebben met eten, snoep, verkeer, school, speelgoed, je kamer, je kleren, de straat, de vakantie, enzovoort. Gebruik woorden uit dat rijtje om er een regel van te maken. Je gedicht rijmt niet en het heeft zeven regels. De eerste regel kan zijn: Mijn lievelingskleur is…

Mijn lievelingskleur is blauw.
Het blauw van de zee op een ansichtkaart.
Het blauw van de zee in het echt.
Het blauw van vlekken van een balpen op mijn vingers.
Het blauw van de KLM en van alle stewardessen van de KLM.
Het blauw van de hemel met een vliegtuig erin.
Het blauw van de poster op mijn kamer.
Het blauw van mijn dekbed.
(Mirjam, groep 7)

Mijn lievelingskleur is groen.
Het groen van een voetbalveld.
Het groen van een voetbalveld als ik een doelpunt maak.
Het groen van spruitjes maar niet heus.
Het groen van een stoplicht dat je niet hoeft te stoppen.
Het groen van de camping in Egmond.
Het groen van de groene trui.
Het groen van het regenwoud dat niet mag verdwijnen.
(Siem, groep 7)

Ode schrijven

Een ode is een lofdicht; een gedicht waarin je zegt hoe geweldig goed en lief iemand is. Je kunt ook een ode schrijven aan de okapi. Je ode telt bijvoorbeeld drie regels. Elke regel begint met ‘O okapi,’ en dan maak je die regel af met iets moois of bijzonders wat je aan de okapi wilt zeggen. Het kan zo een liefdesgedicht voor je lievelingsdier worden. Je mag een beetje overdrijven; dat is altijd goed in een gedicht. De regels kunnen eindigen met een uitroepteken of met een vraagteken. Schrijf regels op die mooi klinken.

Ode aan de okapi
O okapi, wat fijn dat je nog niet bent uitgestorven!
O okapi, je hebt zulke mooie strepen op je billen!
O okapi, ik houd van jou!
(Gaston, groep 6)

Ode aan de okapi
O okapi, weet je nog van Afrika?
O okapi, weet je nog iets van vroeger?
O okapi, ben je niet bang voor stropers?
(Fadia, groep 7)

Ode aan de okapi
O okapi, je bent mooier dan een kaper
O okapi, je bent mooier dan een karper
O okapi, je bent mooier dan een kapitein
(Eric, groep 7)

O okapi, kom eens uit die bosjes!
O okapi, kom eens dichterbij!
O okapi, ik zie jou maar zie jij mij?
(Suzan, groep 8)

Gedichtenvoorleeswedstrijd houden

In deel zes (p. 99-107) staan vier okapi-gedichten van Edward van de Vendel; zelf noemt hij ze liedjes.

Kies een gedicht uit om voor te lezen. Je hoeft het niet uit je hoofd te leren, maar je moet het wel een paar keer goed lezen om te weten wat er staat.

Tips: Lees niet te vlug voor. Val niet in een dreun en lees niet op steeds dezelfde toon voor. Kijk welk woord een speciale nadruk moet krijgen. Hoe verandert een regel als een ander woord de nadruk krijgt? Oefen en lees voor.

Voorlezen begint met rustig worden. Kijk tijdens het lezen af en toe je publiek aan.

Organiseer in de groep een gedichtenvoorleeswedstrijd. Iedereen doet mee. Elk kind zoekt een geschikt dierengedicht, bijvoorbeeld in Fluit zoals je bent, een bloemlezing met gedichten over dieren, samengesteld door Edward van de Vendel. Er staan lange gedichten in, korte, grappige, serieuze, voor iedereen wat. Kies iets wat je graag wilt laten horen.

Een jury van kinderen bepaalt wie het mooist heeft voorgelezen. Welke voorlezer was goed te verstaan, keek het publiek af en toe aan, had een goed tempo, legde goede accenten, voelde het gedicht goed aan en had er plezier in om het te laten horen?

Pi uit je hoofd leren

Bekijk de tekening op bladzijde 99. Het is een soort rebus. Wat staat er?

Praat met elkaar over pi. Wat is pi? Behalve de letter π uit het Griekse alfabet?

Bekijk dit filmpje op YouTube met een heldere uitleg over pi. Pi is het getal dat je moet vermenigvuldigen met de diameter van een cirkel om de omvang van die cirkel uit te rekenen. Pi is 22 gedeeld door 7, dus 22/7 of 3 1/7. Als decimaal getal heeft het achter de komma een oneindige reeks cijfers:

De cijfers op bladzijde 99 zijn maar een eerste begin: 3,14159 26535 89793 23846

Er zijn veel fans van pi voor wie het een sport is om het getal zo ver als maar kan uit het hoofd te leren.
Spreek met elkaar twee minuten tijd af waarin je probeert de eerste 20 cijfers uit het hoofd te leren. Doe vervolgens een wedstrijdje: wie komt het verst? Is er iemand die nog verder kan komen?

3,14159 26535 89793 23846 26433 83279

Brandon (10 jaar) zegt uit zijn hoofd de eerste vijftig getallen:
www.youtube.com/watch?v=z-pdERi6oJg

Wout Stoffels (14 jaar) kwam tot 1956 decimalen
www.youtube.com/watch?v=Udva7rYm7AE

Wat is de langste reeks cijfers die een mens uit zijn hoofd kan leren? Recordhouder is de Chinees Lu Chao die in 2005 maar liefst 67.890 cijfers achter de komma uit het hoofd voordroeg. Hij had er 100.000 uit het hoofd geleerd, was van plan om er 91.300 voor te dragen, maar hij vergiste zich in het 67.891ste cijfer.

Okapi-museum maken

Elk kind laat zich inspireren door de afbeeldingen van okapi’s in het boek en tekent of schildert er zelf een. Gebruik daarbij verschillende materialen: potlood, kleurpotlood, viltstift, pen en inkt, penseel en verf, knipsels en lijm, klei, papier-maché, textiel of hout. Maak okapi’s op grote vellen, op kleine papiertjes, op karton, stenen, dozen of krantenpapier. Echte en gefantaseerde okapi’s.

Richt na afloop een museum in waar alle okapi’s hangen of staan. Open de tentoonstelling met een liedje van Edward van de Vendel (p. 99/107). Nodig een andere groep kinderen uit en geef een rondleiding. Vertel de bezoekers dan niet alleen over de kunstwerken, maar geef hen ook informatie over de okapi. Ouders of andere volwassenen willen misschien ook een rondleiding krijgen.

Boeken zoeken

In het okapi-museum (p. 135/152) hangen okapi-schilderijen van kunstenaars. De meesten zijn ook illustratoren van kinderboeken: Wouter Tulp, Alain Verster, Fleur van der Weel, Floor Rieder, Liesbeth De Stercke, Philip Hopman, Mattias De Leeuw, Ype Driessen, André Sollie, Daan Remmerts de Vries, Annemarie van Haeringen, Floor de Goede en Marije Tolman. Ze wonnen met hun werk veel prijzen. Dat horen vader en kind okapi via hun headset. Ze krijgen ook titels van kinderboeken te horen.

Verdeel de groep in kleine groepjes. Elke groepje krijgt één illustrator toegewezen en gaat in de bibliotheek op zoek naar zoveel mogelijk boeken met werk van die illustrator. Bekijk (en lees) in het kleine groepje die boeken met elkaar. Welke vind je mooi? Welke minder? Waar ligt dat aan? Breng in de grote groep verslag uit over jullie vondsten, laat de boeken zien en lees er stukjes uit voor.

Okapi-quiz doen

Wat weten andere kinderen van okapi’s? Wat weten volwassenen van okapi’s? Doe de multiplechoice-quiz. Gebruik daarvoor het quizformulier. Je kunt het aanpassen: vragen en antwoorden toevoegen of schrappen.
Doe eerst de test zelf. Controleer in het boek of je het goede antwoord weet. Voer daarna de test uit met kinderen uit je groep, met kinderen uit een andere groep, met meesters en juffen van school, met je familieleden thuis.

Tel de goede antwoorden en vertel de deelnemers aan het onderzoek de uitkomst.

DE GROTE OKAPI-QUIZ

Doe mee met de quiz. Wat weten mensen van de okapi?
Zet een kruisje door de ⚪ van het antwoord dat volgens jou goed is.

  1. De okapi is
    • een kaperkapitein
    • een zoogdier dat op een zebra lijkt
    • een vis die op een karper lijkt
  2. Een okapi eet
    • geen vlees
    • alleen vlees
    • af en toe vlees
  3. Het oog van een okapi heeft
    • één ooglid
    • twee oogleden
    • drie oogleden
  4. In Nederland kun je een okapi zien in
    • Artis en De Beekse Bergen
    • Artis en Blijdorp
    • Blijdorp en De Beekse Bergen
  5. Okapi’s
    • hinniken als een paard
    • maken bijna geen geluid
    • spinnen als een poes
  6. In het wild leven okapi’s
    • op de steppen in Azië
    • in Congo midden in Afrika
    • in het Zuid-Amerikaanse regenwoud
  7. De Latijnse naam van de okapi is
    • okapia africanus
    • okapia vendelanus
    • okapia johnstoni
  8. Een okapi kan
    • zijn eigen oren schoonlikken
    • zijn staart gebruiken als lepel
    • spugen uit zijn neusgaten
  9. Een okapi weegt
    • tussen de 100 en 200 kilo
    • tussen de 200 en 350 kilo
    • tussen de 350 en 500 kilo
  10. Een okapi heeft
    • een kussentje in plaats van boventanden
    • breekbare benen
    • een gewei als een hert

Uitslag

1 tot 3 goede antwoorden:
Treurig! Je weet veel te weinig van de okapi.
 Lees het boek Stem op de okapi
4 tot 6 goede antwoorden:
Mooi maar het kan beter!
 Lees het boek Stem op de okapi.
7 tot 9 goede antwoorden:
Heel goed! Je wordt nog eens een okapi-kenner. 
Je hebt vast het boek Stem op de okapi gelezen.
10 goede antwoorden:
Geweldig! Je bent een fantastische okapi-kenner.
 Misschien word je later okapi-oppasser

Voor wie verder wil lezen

Ander werk over dieren van Edward van de Vendel:
Edward van de Vendel is in twintig jaar tijd één van de meest productieve en gelauwerde Nederlandse schrijvers en dichters voor kinderen en jongeren geworden. Hij publiceerde veel kinderboeken waarin dieren – echte en gefantaseerde – een rol spelen, bijna altijd in relatie tot mensen.

Hier zijn er enkele:
Toen kwam Sam & De raadsels van Sam, geïllustreerd door Philip Hopman, Querido, 2016, Zilveren Griffel. 8+.
Op een dag komt een witte berghond aanlopen bij de boerderij van Kix (9) en zijn zusje Emilia bij de Canadese foothills. Het blijkt een eigenzinnige waakhond met raadselachtige tics, maar Kix voelt hem aan en omgekeerd. Ze noemen hem Sam en zijn dol op hem. Als de oorspronkelijke eigenaar komt opdagen, raakt het verhaal in een stroomversnelling en wordt het heel spannend. In deel twee loopt Sam weg en kost het Kix het uiterste aan inlevings- en doorzettingsvermogen om Sam terug te vinden. Twee ontroerende pageturners in één band over dierenliefde, vriendschap, loslaten, vooroordelen en gezinswarmte.

Sofie en de pinguïns, getipt door Kinderjury 2011, Sofie en het vliegende jongetje, Sofie en het ijsbeertje, Sofie en de dolfijnen, Sofie en het geheime paard, Querido 2010-2015,  8+. Bij kinderjury’s populaire reeks over het meisje Sofie in relatie tot verschillende dieren, met veel weetjes, tekeningen en strips van Floor de Goede en fotostrips van Ype&Willem.

Enkele dichtbundels van Edward van de Vendel:
Edward van de Vendel & Fleur van der Weel: Superguppie is alles, Querido 2014, met alle vier dichtbundels over Superguppie + tweeëntwintig nieuwe gedichten, 4+. De eerste, uit 2003, kreeg een Zilveren Griffel en de Woutertje Pieterse Prijs. Ook de laatste, Hoera voor Superguppie, kreeg een Zilveren Griffel. De gedichten verrassen door hun onbevangen kijk op de wereld en de onverwachte wendingen, waardoor gewone dagelijkse dingen bijzonder worden: Er lag een merel / neergevouwen / dood op het station. Een tuintje wordt niet geharkt en gewied, maar opgetut: We tutten ons tuintje op / en kammen het gras, / make-uppen de randjes / langs het terras:/ overal plantjes met lippenstiftkleuren,/.

Edward van de Vendel & Floor de Goede: Opa laat zijn tenen zien, Querido 2008, 7+, Zilveren Griffel. Geestige, toegankelijke bundel stripgedichten, waarin Floor de Goede met haar strips grappige extra’s toevoegt aan de gedichten. Bijvoorbeeld in Ik ben de jongen die niet kan voetballen, dat eindigt met: Ik ken het gras, dat is dan nog het enige. / Maar veel te goed. / En van dichtbij. Bij deze regels tekent ze twee prentjes waarin de jongen gefrustreerd in het gras ligt, in het laatste prentje met gras in zijn mond. De bundel is als experiment gedurfd en geslaagd, maar het beeld is wel erg dwingend, waardoor de meerduidigheid van de poëzie verdwijnt.

Edward van de Vendel (samenstelling) & Carll Cneut: Fluit zoals je bent, Querido & De Eenhoorn 2010, Zilveren Griffel en Zilveren Penseel, 6+. Schitterend geïllustreerde bloemlezing gedichten van tweeënveertig dichters over dieren, waarvan zes van de samensteller.

Ander werk van Martijn van der Linden (selectie):
Het prinsenkind, tekst Maranke Rinck, Lemniscaat 2004, 4+. Debuut als prentenboekmaker. Alle dieren uit het bos gaan op weg naar de pasgeboren prins, een kikker, om hem een cadeau aan te bieden, maar niemand geeft wat hij het liefste wil: een kus van een lief meisje. De dieren, versierd met inheemse sieraden uit allerlei culturen, zijn geportretteerd in een magisch aandoende mix van realisme en surrealisme.

Meisjes om te zoenen, tekst Maranke Rinck, Lemniscaat 2006, 4+. Vervolg op Het prinsenkind. Meisjes als het nijlpaard in de hal, de vossen in de keuken en de renrat in de balzaal van de kikkerprins, worden ten slotte omgetoverd in kikkermeisjes van wie de prins allemaal evenveel houdt. Ook hier zijn de dieren surrealistische kunstwerkjes.

Ik voel een voet, tekst Maranke Rinck, Lemniscaat 2008, 5+. Vijf dieren gaan midden in de nacht op onderzoek uit omdat ze een geluid horen. Schildpad voelt een voet zoals die van hemzelf maar dan reuzegroot en dus denkt hij dat het een grote schildpad is. Ook de andere dieren voelen iets. Elk van hen benoemt dit vanuit zijn eigen perspectief. Gebaseerd op een oud boeddhistisch verhaal dat suggereert dat niemand de waarheid in zijn totaliteit kan bevatten. De bladzijden zijn gitzwart, maar de dieren hebben schitterend veelkleurige patronen zodat ze uit het zwart lijken te springen.

Memorykonijn, tekst Maranke Rinck, Lemniscaat 2015, 5+. Origineel prentenboek over Konijn die het andere konijn uit het memoryspel zoekt. Hij vindt echter een vliegtuig in het spel en gaat daarmee op zoek naar zijn wederhelft. Bij elke ontmoeting treft hij twee dezelfde personages, dieren of dingen aan. Als hij eindelijk bij een draak het andere konijn gevonden heeft, wil de draak het niet geven. Door een slimme zet komt het toch goed. Simpele, ruime prenten met veel ritme, en achter in het boek tweeëndertig memorykaartjes met personages en items uit het verhaal.

Andere literaire non-fictie over dieren (selectie):
Joukje Akveld: Een aap op de WC – een dierentuin in oorlogstijd, Hoogland & Van Klaveren 2015, 8+, shortlist WPP 2016. Non-fictieverhaal over de geschiedenis van Blijdorp tegen de achtergrond van de Tweede Wereldoorlog, waardoor zowel diergaarde als oorlog in een nieuw licht komen te staan. Door de bombardementen op 12 en 14 mei 1940 werd de oude dierentuin deels verwoest. Sommige dieren ontsnapten. Een groot aantal roofdieren werd afgemaakt om te voorkomen dat ze door de stad zouden gaan zwerven. Akveld geeft een aantal dieren speciale aandacht, zoals de zwarte neushoorn Kali, de Bengaalse tijgerin Suleika en de chimpansee Josephine. De laatste werd na het bombardement door haar verzorger achter op de fiets naar een gesloten café gebracht, waar ze zolang werd gehuisvest in een toilet.

Ditte Merle (tekst) en Guida Joseph (illustraties): Kleine kriebelbeestjes, Van Holkema & Warendorf 1997, Zilveren Griffel, 4+, zelf lezen 7+. Geestig vertelde verhaaltjes in eenvoudige woorden en korte zinnen, waardoor je de gewoonste insecten opeens met verbazing en respect gaat zien.

Ditte Merle (tekst) & Alex de Wolf (illustraties): Wild verliefd – Alles over liefde en seks bij dieren, The House of Books 2009, 10+. Gouden Uil en Zilveren Griffel. De informatie op zich is al verbazend: een blauwe vinvis heeft een piemel van 2½ meter lang, bladluizen zijn al zwanger als ze geboren worden, bij zeepaardjes is niet ma maar pa in verwachting en sommige vrouwtjes eten na het paren hun man op. De lichte toon en speelse onbevangenheid hebben iets bevrijdends: je kunt dus over seks bij dieren praten zonder grof te worden of geheimzinnig te doen. Hoe bizar het gedrag van de dieren ook aandoet, Ditte Merle maakt inleven mogelijk door de dieren iets menselijks te geven, alleen al in de titels: Heftig feestje, Kampioen uitslover, Flirten en flikflooien, Minnaars met trucjes. Een mannetjesspin die zin in seks heeft, stuurt een mailtje naar het web van het vrouwtje van zijn dromen. En darren zwermen als een stelletje hangjongeren in de lucht.

Ditte Merle & Alex de Wolf: IJsberen en andere draaikonten in de dierentuin, The House of Books 2010, 8+, Vlag & Wimpel. Prachtig geschreven, geïllustreerd en vormgegeven boek over dieren in dierentuinen. De okapi komt aan bod als dier dat dreigt uit te sterven.
Bibi Dumon Tak & Judith Vanistendael: Het koeienboek, Querido 2001, 9+. Zilveren Griffel. Gedetailleerd uitgewerkte reeks reportages vol achtergrondinformatie over het wel en wee van koeien in Nederland. De auteur wordt nergens sentimenteel, sensationeel of moralistisch. Beeldende schrijfstijl, no nonsense, origineel en onderhoudend als Het Klokhuis: kuilvoer is een soort zuurkool, maar dan van gras. De pens van een koe lijkt op een soort grijze skippybal: net zo groot en precies zo rond en glad. Zelfs de beschrijving van het slachthuis is nuchter en ingehouden: …de koeien blijven gaan, de een na de ander, plop dood, plop, dood (…).

Bibi Dumon Tak & Philip Hopman: Laika tussen de sterren, CPNB 2006, 9+. Kinderboekenweekgeschenk over dieren die mensen geholpen hebben, zoals Laika, het hondje dat door de Russen de ruimte in geschoten werd, zoals Saartje, het oudste reddingspaard ter wereld dat op Ameland voor de reddingboot gespannen werd, de postduif G.I. Joe die in de Tweede Wereldoorlog een heel stadje redde door ijlings een belangrijk bericht over te brengen, en speurhonden die mensen redden of drugs en explosieven opsporen.

Bibi Dumon Tak & Fleur van der Weel: Bibi’s bijzondere beestenboek, Querido 2006, 8+. Zilveren Griffel. Veertig expressief getekende en vanuit verwondering beeldend geschreven portretten van bijzondere dieren als de prieelvogel, het stokstaartje, de spinnendoder, het vogelbekdier, de zwarte weduwe, de kwal en het aardvarken.

Bibi Dumon Tak & Philip Hopman: Soldaat Wojtek, Querido 2009, 10+. Op de werkelijkheid gebaseerd verhaal over de beer Wojtek die tijdens de Tweede Wereldoorlog als babybeer in Iran door Poolse soldaten werd gevonden. Hij trok het ondergoed van de vrouwelijke soldaten over zijn kop, verspilde in de woestijn al het water, jatte blikken perziken en trok tenten omver. Maar als ‘soldaat eerste klasse’ in het Poolse garnizoen werd Wojtek bommendrager en ’s nachts sliep hij bij één van de soldaten in bed met diens hand in zijn muil. Verbazingwekkend en ontroerend verhaal.

Bibi Dumon Tak & Martijn van der Linden: Winterdieren, Querido 2011, 10+. Gouden Griffel. Drieëntwintig portretten van dieren op de Noord- en Zuidpool, zoals de groenlandse walvis, de keizerspinguïn, de reuzenalbatros, de lemming en de ijsbeer. Uitgebreider en informatiever dan in Bibi’s bijzondere beestenboek, maar even onderhoudend en verbazingwekkend. De realistische illustraties hebben blauw als enige steunkleur: perfect om kou te suggereren.
Michael Morpurgo: War horse, vertaling Henriëtte Gorthuis,Veldboeket Lektuur Uitgeverij 2013, 10+. Geschreven vanuit de hengst Joey die vriendschap sluit met Albert, de vijftienjarige zoon van een Britse boer. Als de Eerste Wereldoorlog uitbreekt, wordt Joey verkocht aan een legerkapitein die in Frankrijk tegen de Duitsers gaat vechten. Albert wil mee, maar is nog te jong. Joey wordt aan beide zijden van het front in de oorlogsellende gestort. Na twee jaar vindt Joey Albert terug. Beiden overleven de oorlog. Het onpartijdige perspectief vanuit een paard is een vondst van de auteur die met dit boek een indringende aanklacht tegen de oorlog schreef. In 2011 verfilmd door Steven Spielberg en in 2014 vertolkt als spectaculair poppentheater. De soepeler vertaling Oorlogspaard van Tjalling Bos (Ploegsma 1993) is helaas niet meer verkrijgbaar.

Links
www.edwardvandevendel.nl
ww.martijnvanderlinden.nl
www.queridokinderboeken.nl
www.diergaardeblijdorp.nl
www.safaripark.nl
www.kjoek.nl
www.leesplein.nl
www.literatuurplein.nl
www.leesfeest.nl
www.verteleens.be

Naar boven