Hele verhalen voor een halve soldaat – Lessuggesties 2021

De Woutertje Pieterse Prijs in de klas (en thuis) – Tips om de mooiste boeken van 2020 in te zetten


LESTIPS voor KLAS 2 EN 3 van het VOORTGEZET ONDERWIJS

Voor wie zijn deze lestips?

Deze lessuggesties richten zich op het boek Hele verhalen voor een halve soldaat van Benny Lindelauf, met illustraties van Ludwig Volbeda (Em. Querido’s Uitgeverij), een boek dat geschikt is voor jongeren vanaf 12 jaar. Deze lestips zijn bedoeld voor klas 2 en 3 van het voortgezet onderwijs. Er is ook een pdf beschikbaar.

Hele verhalen voor een halve soldaat van Benny Lindelauf en Ludwig Volbeda

Zes broers worden om de beurt opgeroepen om het land te verdedigen tijdens de oorlog. In het eerste hoofdstuk komt er een jonge soldaat bij de grenspost om zich te melden. Onduidelijk is wie het is. Dan krijgt Oudstebroer een oproep. Hij meldt zich ook bij de grenspost. Daar moet hij een gift geven om door te mogen. Hij heeft niets van belang bij zich en betaalt met een verhaal. Hij schrijft erover in een brief aan zijn broers. Hierna volgt Tweede Oudstebroer die opgeroepen wordt om naar de oorlog te trekken. Ook hij vertrekt en betaalt de wacht met een verhaal. Hij stelt echter wel één voorwaarde (daarover later meer). En zo vergaat het ook met Derde Oudstebroer, Vierde Oudstebroer en ten slotte Vijfde Oudstebroer. Allen schrijven een brief aan de broers die nog thuis zijn. Vijfde Oudstebroer legt in de brief aan Jongstebroer (die nog alleen thuis over is) uit dat de broers samen een plan hadden bedacht om hem te beschermen. Wat dat plan was, blijft nog even onduidelijk. Ook Jongstebroer vertrekt naar de oorlog. Pas als de wacht aan het woord komt, aan het eind van het boek, blijkt dat het plan dat de broers bedacht hadden, te maken heeft met de voorwaarde van Tweede Oudstebroer. Dan wordt ineens het eerste hoofdstuk uit het boek duidelijk. Het blijkt namelijk Jongstebroer te zijn geweest die bij de wacht aankwam. 

Een boek over

  • de kracht van verhalen
  • de absurditeit van oorlog
  • de liefde van broers voor elkaar

Werken aan verhaalbegrip en het ontwikkelen van literaire competentie

Dit is een raamverhaal, dat doet denken aan de klassieke vertellingen van de Canterbury Tales of de Sprookjes van duizend-en-een-nacht, waarin een verhaal verteld wordt waarin andere verhalen worden verteld, als een verhaal-in-een-verhaal. Zo’n manier van vertellen maakt het mogelijk om Hele verhalen voor een halve soldaat op verschillende niveaus te lezen: integraal of als losse verhalen.

Leerlingen met minder leeservaring zullen er baat bij hebben om eerst het raamwerk in kaart te brengen. Vooral ook omdat het kaderverhaal niet chronologisch wordt verteld, maar in het midden begint (in medias res). Pas als de wacht zelf aan het woord komt, in het laatste hoofdstuk, vallen de stukjes op zijn plaats en is de cirkel(vertelling) rond. 

Vul het raamwerk | Verwerking 1
Verhaalstructuur

In de huidige aandachtseconomie lezen jongeren vaak skimmend, een onderdeel van het hyper reading (van de Ven, 2021). Dat kun je met dit boek ook doen. Je leest alleen de fragmenten die van belang zijn om het raamwerk te begrijpen, die gaan over de broers en over de wachtpost. De verhalen die de broers zelf vertellen binnen dit raamwerk, sla je over. Zo krijg je samen grip op hoe het boek is opgebouwd.

(Voor)lezen
Fragmenten die je voorleest of zelf laat lezen:

Raamvertelling tekenen als raamwerk
Het boek begint bijna aan het eind van het verhaal als Jongstebroer bij de wacht komt. Voor leerlingen met weinig leeservaring is dit best een ingewikkelde constructie. Laat ze het tijdsverloop tijdens het voorlezen visualiseren, zodat ze de raamvertelling voor zich gaan zien. Stel voor dat ze een groot venster tekenen met daarin zes kleine raampjes. Laat ze vervolgens hierin de volgorde van het verhaal van de broers met letters neerzetten, volgens de wijzers van de klok. Het verhaal van de wacht komt dan in één raampje te staan (F en G) en maakt het verhaal rond. Kunnen de leerlingen de verhaallijn hierna in woord reconstrueren en erover vertellen?

 

Niets is wat het lijkt | Verwerking 2
Creatief schrijven

Het vertellen van verhalen is van alle tijden. Het boek gaat over de kracht van verhalen. De broers gebruiken de verhalen om Jongstebroer te beschermen. Ze praten in geheimtaal, zodat Jongstebroer niets hoort over de oorlog, maar ze er zelf wel onderling over kunnen praten.

Voorlezen
Lees het volgende fragment hierover voor (p. 15):

         Oorlog = feest
         Aanvallen = kietelen
         Een geweer = een paraplu
         Dood = met vakantie

‘Ik moet naar het feest, dat snappen jullie toch wel?’
‘Maar wat als iemand je kietelt?’
‘Ik krijg toch een paraplu?’
‘Jaja! Als je geluk hebt! Met een beetje pech krijg je niks. Dan word je op een ochtend gekieteld en ben je eh … met vakantie voor je het weet!’

Geheimtaal schrijven
Laat de leerlingen een eigen verhaal schrijven in geheimtaal.

Variant 1
Laat de leerlingen een alternatief bedenken voor de volgende woorden: virus, quarantaine, afstand houden, mondkapje. Laat ze er vervolgens een kort verhaal over schrijven.

Variant 2
Je kunt de leerlingen ook zelf 4 tegenstellingen laten bedenken en er een verhaal mee laten schrijven. Laat vervolgens de leerlingen elkaars verhalen lezen. Kan diegene raden waar het verhaal echt over gaat?

Voorlezen
Wie durft zijn/haar verhaal voor te lezen?

Een verhaal | Verwerking 3 [fragment p. 21-49]
Lezen in dialoog 

De verhalen die door de Oudstebroers en de wachter verteld worden, lenen zich goed voor het Lezen in dialoog (Janssen, 2009). Hierbij stelt de lezer vragen over de tekst, eerst voor zichzelf, daarna in dialoog met anderen. ‘Vragen stellen’ is daarbij geen doel op zich, maar een hulpmiddel bij het (leren) interpreteren van literaire teksten en het praten daarover. Het is een eerste stap om tot diep lezen te komen. Probeer deze manier van lezen eens bij het eerste verhaal dat Oudstebroer vertelt.

Introductie
Als Oudstebroer zijn verhaal Pasteien van Badoum aan de wacht heeft verteld, stelt de wacht hem er een vraag over. Oudstebroer is heel erg verbaasd over deze vraag. Hij zou heel andere vragen stellen over zijn verhaal. Dit is een mooi startpunt om mee te beginnen. Lees het fragment van p. 50-51 voor waarin de wacht reageert op het verhaal van Oudstebroer. Vraag je vervolgens hardop denkend af of de leerlingen andere vragen zouden stellen over het verhaal (retorische vraag).

Verhaal lezen
Lees het verhaal Pasteien van Badoum (p. 21-49) voor of laat de leerlingen het zelf lezen. Laat ze tijdens het lezen allerlei vragen die ze erover hebben noteren. Laat ze naar de tekst en de afbeeldingen kijken. Wat is niet duidelijk? Waar zou je meer over willen weten? Leg uit dat alle vragen goed zijn. Later komen de leerlingen erachter dat sommige vragen makkelijk te beantwoorden zijn (zoals woordbetekenissen) en dat op andere vragen geen eenduidig antwoord is. Dat zijn de vragen die ertoe doen, die interessant zijn om met elkaar over van gedachten te wisselen.

Vragen ophalen
Na het lezen en het noteren van vragen voor zichzelf, gaan de leerlingen in groepjes hun vragen met elkaar bekijken. Leg een groot vel papier in het midden. Laat ze eerst hun eigen vragen opschrijven (aan hun eigen kant van het papier). Draai het papier rond en laat ze stuk voor stuk de andere vragen van elkaar lezen. Daarbij is het nog niet de bedoeling dat er al gesproken wordt. Als alles gelezen is gaan ze de vragen met elkaar vergelijken en bespreken. Wat zijn belangrijke vragen? Wat zijn vragen waar niet direct een antwoord op gegeven kan worden? Kunnen ze samen tot één belangrijke vraag komen? Schrijf die in het midden op. 

Bespreken
Hang alle vellen papier op en kijk of er overeenkomsten zijn. Bespreek een vraag die eruit springt, of laat de klas kiezen welke vraag jullie gaan bespreken. Ga erover in gesprek.
Na het samen bespreken van de vraag kun je afsluiten met een inventarisatie of leerlingen anders zijn gaan denken over het verhaal. Of ze iets nieuws hebben geleerd of tot nieuwe inzichten zijn gekomen.

Nog een verhaal
Lees de volgende les het verhaal Het wolvenravijn (p. 231-273) voor. Een verhaal over een manke jongen die moedermoordenaar wordt genoemd. Hij is wees en woont bij zijn oma en wordt met de nek aangekeken in het dorp. Hij voelt een band met de wolf die is gevangen en samen huilen ze naar de maan (net als de wachter doet aan het begin van het boek).

Verdieping
Vertel dat de leerlingen de overige verhalen ook nog kunnen lezen als ze nieuwsgierig zijn geworden. Vertel zo enthousiast en geheimzinnig mogelijk dat de verhalen gaan over:

  • Warre die zijn broer Bor probeert te redden uit een behekst meer
  • de mooie jongen Zilver op wie alle mannen in het dorp jaloers zijn
  • Sebastian die een kindheilige moet halen die wel heel vreemd is
  • Zetta die moest doen of ze een marionet was

Meer lezen

Wil je verder lezen waarom Jongstebroer een HALVE soldaat wordt genoemd? Lees dan:

Wil je leerlingen op andere raamvertellingen attenderen? Noem dan bijvoorbeeld:

Bronnen

Deze lestips zijn ontwikkeld door Loes Reichenfeld in opdracht van de Stichting Woutertje Pieterse Prijs. Ze worden aangeboden dankzij de steun van de Brook Foundation en De Versterking.

© LEES met LOES en Stichting Woutertje Pieterse Prijs, 2021
www.leesmetloes.nl

Naar boven