Het geheim van de keel van de nachtegaal – Lessuggesties 2009

Lestips
Het geheim van de keel van de nachtegaal Lieke van Duin en Jos van Hest

Boek

Het geheim van de keel van de nachtegaal is niet de zoveelste bewerking van het bekende sprookje De Chinese nachtegaal (1843) van Hans Christian Andersen (1805-1875). Het is een pure herschepping met een gouden randje, ook letterlijk door de goud op snee afwerking van het boek.

Het verhaal heeft, vergeleken met Andersens sprookje over de Chinese keizer die de zang van de nachtegaal wil bezitten, een opmaat. Peter Verhelst laat daarin de Tuin der Tuinen rond het Paleis der Paleizen ontwerpen door een Eerste Keizerlijke Tuinier. In exotisch beeldende taal schildert Verhelst hoe schitterend die tuin wordt:

Er zijn bloemkelken die tinkelen als vliesdunne kristallen klokjes. Andere springen open als je ze aanraakt. Nog andere bloemen verspreiden hun geur alleen als een verliefde hen aankijkt, een geur die zo zoet is dat de bijenzwermen er dronken van worden en allerlei vormen aannemen, als openspattend vuurwerk.

Bij Verhelst leest de keizer niet meteen zelf dat de zang van de nachtegaal het allermooiste van zijn rijk is, maar wordt hij eerst voorgelezen door zijn kamerheer. Alles is bij Verhelst heviger dan bij Andersen: de keizer is despotischer, het keukenmeisje dat de nachtegaal kent is bijzonderder en belangrijker, de nachtegaal geheimzinniger, het verdriet van de keizer als de namaaknachtegaal het begeeft groter en het eind van het sprookje mystieker.

Verhelst eindigt niet zoals Andersen met het nuchtere Goedemorgen van de genezen keizer – al leeft deze bij hem wel nog lang en gelukkig – maar hij geeft het verhaal een toegift. Daarin wordt het keukenmeisje één met de duizenden nachtegalen en via hen met sterren en kometen:

We beelden beren uit, schorpioenen, vissen, wat je maar wilt.
Diep in de zomer, als de augustuslucht dik is van de opgezogen geuren van de zomerbloemen, strekken we de armen en duiken we zo snel in de diepte dat onze haren in brand lijken te staan.

Peter Verhelst geeft, na zijn prelude over de Tuin der Tuinen, het keukenmeisje de rol van verteller. Ze is een slangenmeisje dat kan klimmen als een eekhoorn en van de ene boomtop naar de andere kan slingeren als een aap. Ze leeft dicht bij de natuur en de nachtegaal is haar vriend: Toen ik nog in mijn dorp woonde, had ik hem elke avond horen zingen terwijl ik in de top van een boom naar de sterren greep. Zij vertelt hoe de nachtegaal voor de keizer zingt, wordt vastgebonden en hoe zijn keel wordt nagemaakt. En hoe Het Verdriet waardoor de Keizer wordt verpletterd als de nachtegaal verdwenen is, het hele rijk aansteekt en ook haar bijna overweldigt.

Samen met duizenden nachtegalen redt ze de Keizer. De muzikale vlammetjes uit de kelen van de nachtegalen ontdooien het ijs in zijn binnenste. Lichtheid wint het van zwaarte. De despoot wordt mens.

Het is alsof Verhelst het sprookje van Andersen optilt, in een nieuw kader zet en dat geheel beschijnt vanuit het perspectief van een meisje dat ontvankelijk is voor het mystieke in de natuur.
De illustraties van Carll Cneut vertonen eenzelfde intensiteit als het verhaal: rijk en gedetailleerd aan het hof, donker en mysterieus in het maanbeschenen bos. Zijn prenten zijn fascinerende zoekplaatjes waar je lang naar kunt kijken: waar zit de nachtegaal? In de scènes met de Keizer en de hovelingen vallen vooral de fraai gedecoreerde kostuums op.

Op de eerste zes bladzijden staan geen tekeningen, alleen tekst met een blauw rand. Als je daarna de pagina omslaat, zit je plotseling midden in een overweldigende, wonderlijke tuin. De afwisseling van drukke en stille prenten doet weldadig aan. Ook de oblong vorm van het boek, het donkerblauw van de schutbladen en het goud op snee maken Het geheim van de keel van de nachtegaal tot een juweel van een boek, waarin tekst, beeld en vormgeving een zeldzame eenheid vormen.

Leeftijd en (voor-)lezen

Het boek is geschikt voor mensen vanaf een jaar of zes, dus ook voor volwassenen. Lees het voor in een kleine groep, zodat de luisteraars de prenten goed kunnen bekijken. Lees vooral rustig voor, want de tekst is rijk en compact. Het boek kan in één of twee sessies voorgelezen worden.

Voor wie verder wil lezen/luisteren

‘De nachtegaal’ in: Alle sprookjes en vertellingen van Hans Christian Andersen, volledige uitgave, vertaling dr. W. van Eeden uit 1931, illustraties Natascha Stenvert, Van Holkema & Warendorf 2000, (p. 426).
‘De nachtegaal’ in: Andersen, sprookjes en verhalen, volledige uitgave, vertaling dr. Annelies van Hees, tekeningen van een tiental illustratoren, Lemniscaat 1992 (p. 127).

H.C. Andersen: De nachtegaal, vertaling Miep Diekmann, illustraties Josef Palacek, De Vier Windstreken 1990. Prentenboek (te leen in de bibliotheek).
H.C. Andersen: De Chinese nachtegaal, vertaling Huberte Vriesendorp, illustraties George Lemoine, Gottmer 1980 (te leen in de bibliotheek).

Joke van Leeuwen: Iep! Querido 1996, 8+.
Sprankelend kinderboek over vrijheid en liefde. Het is een verhaal over een wezentje dat half mens, half vogel is. De vogelkenner Warre vindt het vogelmeisje, dat vleugels in plaats van armen heeft, onder een struik en neemt het mee naar huis. Daar proberen hij en zijn vrouw Tine haar met verpletterend veel liefde op te voeden tot een beschaafd meisje. Dat mislukt: ze is ontembaar en wil net als de nachtegaal vrij zijn. Viegeltjes kon je niet houden, behalve in je gedachten, weet Tine tenslotte. Evenals Peter Verhelst heeft ook Joke van Leeuwen het over zoveel waarvoor geen woorden waren gemaakt. Woutertje Pieterse Prijs 1997. Zie ook lessuggesties voor Iep!

Igor Stravinsky: Le chant du Rossignol (De zang van de nachtegaal).
Tussen 1908 en 1914 geschreven als opera, waarin de componist zijn eigen muzikale variaties geeft op de zang van de nachtegaal. In 1917 werkte hij de opera uit tot een instrumentaal symfonisch gedicht. In 1920 herschreef hij de opera tot een ballet samen met choreograaf George Balanchine, uitgevoerd door de beroemde Ballets Russes van Serge Diaghilev. Voor de opvoering in 1925 werden kostuums en decor ontworpen door Henri Matisse.

Kees van Kooten (verteller) en Theo Loevendie (muziek): De dag- en nachtegaal, gebaseerd op het verhaal van Hans Christian Andersen, onder begeleiding van het Noord Nederlands Orkest. Tekstboekje, cd en dvd, Zoemreeks, De Bezige Bij 2008. Loevendie schreef in 1974 een muzikale bewerking van ‘De nachtegaal’ van Andersen, voor orkest en spreker. Die compositie is vele malen over de hele wereld uitgevoerd. In 1982 kreeg Loevendie er een Edison voor. In 2008 schreef Kees van Kooten een nieuwe tekst bij het stuk van Loevendie. De première hiervan werd op 6 november 2008 gespeeld door het Noord Nederlands Orkest, met Kees van Kooten als verteller.

Cd Nachtegaal, Meeuwsen Natuurgeluiden 2006. Een uur lang zang van een nachtegaal, van diep in de nacht tot het ochtendgloren, met op de achtergrond een kikkerkoor en andere vogels die ontwaken, zoals een spotvogel. Henk Meeuwsen zat op een juninacht van drie tot zes uur in de Weerribben met zijn opnameapparaat. Eén uur daarvan staat op de cd, plus twintig minuten van een andere nachtegaal. Prachtig! Op www.leesgoed.eu is een stuk te beluisteren.

Groepsgesprek over het boek

Voor een groepsgesprek over dit boek kan plaatsvinden, moet het zo voorgelezen zijn dat iedereen de prenten goed heeft kunnen bekijken. Dat gaat het best in een kleine groep. Lees het boek rustig voor. Laat de kinderen eerst spontaan reageren. Ga dan vragen stellen:

Wat vind je leuk aan dit boek? Of mooi? Of spannend?
Wat vind je niet leuk aan het boek? Of saai? Of lelijk? Of erg? Of raar? Wat vind je leuk aan de tekeningen? Of mooi? Of spannend?
Wat vind je niet leuk aan de tekeningen? Of saai? Of lelijk? Of vreemd? Wat begrijp je niet helemaal?
Zag je ook dingen, patronen of stramienen, die steeds terugkomen?

De laatste vraag gaat over stijl en opbouw van het boek. Op deze vraag kunnen antwoorden komen als:

In de tekst:
Superlatieven: Keizer der Keizers, Tuin der Tuinen, Paleis der Paleizen.

Veel hoofdletters: Eerste Keizerlijke Tuinier, Keizerlijke Specialist voor Hygiëne, Keizerlijk Ontbijt, Keizerlijke Kamer, Eerste Keizerlijke Arts, Eerste Keizerlijke Juwelier, Eerste Keizerlijke Instrumentenmaker.
Beeldende tekst: Het was alsof het paleis tussen de sterren dreef. Een zee van flakkerende kaarsen bracht de muren aan het trillen. (p. 26)

De nachtegaal kan praten en is wijs.
In de opmaat tot het verhaal zie je alleen een lichtblauwe band in het midden, maar geen illustraties; zodra het keukenmeisje aan het woord is, is de band verdwenen en komen de illustraties.
De keizer is een despoot, maar tenslotte ontdooit hij en wordt hij menselijk.
De hovelingen en onderdanen zijn jaknikkers die buigen als knipmessen voor de Keizer; ze hebben geen individualiteit, behalve het keukenmeisje.
Het keukenmeisje is vanaf het begin heel bijzonder.
Als de Keizer lacht, lacht het hele keizerrijk; als de keizer Verdriet heeft, heeft het hele rijk V erdriet.
Soms weinig, soms veel tekst per pagina, En soms pagina’s zonder tekst.
De laatste elf regels tekst staan staat in een grotere letter en in een andere kleur.

In de illustraties:

Je moet de illustraties van dichtbij bekijken, niet van een afstandje. Dan ontdek je details.

Menselijke figuren hebben witachtige, gebeeldhouwde gezichten als poppenkastpoppen, waar maar zelden emotie op af te lezen is; zelfs niet op p. 59, waar ze gieren en brullen van het lachen.
Mooie gedetailleerde patronen in de kostuums; bijzondere stofuitdrukking met plooien. Tekeningen plat, weinig voorgrond-achtergrond of perspectief; alle personages krijgen evenveel kleurkracht.

Tekeningen lijken soms zoekplaatjes; vaak is de kleine nachtegaal moeilijk te vinden. Wonderlijke uitsnedes in de tekeningen: soms zijn hoofden eraf of zie je alleen onderlijven. Grappige details in de tekeningen zoals het vergrootglas op p. 33 en de theepot en de po op p. 41.
Grote donkere overzichtsprenten waarop vaak de maan schijnt.
Keukenmeisje zit nogal eens hoog in een boom.
Chinese en Japanse invloed in de prenten, heel direct bijvoorbeeld in kersenbloesems op p. 13.

Spelregels en tips:

De leerkracht heeft een open houding: er is niet één waarheid, één oplossing of één goed antwoord. Een gesprek kan juist opbloeien door de diversiteit aan meningen en interpretaties. De kinderen moeten het boek goed kennen voordat ze er een groepsgesprek over kunnen houden. Dan kunnen ze hun mening uitleggen aan de hand van fragmenten en illustraties uit het boek.

Er zijn meer vragen mogelijk; elke leerkracht ontwikkelt daarin zijn of haar eigen stijl.
Alles mag gezegd of opgemerkt worden. Niets is gek of stom. Laat de kinderen merken dat het belangrijk is wat ze zeggen.
Iedereen luistert naar elkaar. Er wordt niet door elkaar heen gepraat.
Stel geen gesloten vraag waarop maar één antwoord mogelijk is. Vraag liever: ‘Waar zie je dat?’, ‘Hoe bedoel je dat?’, ‘Kun je dat laten zien?’ of ‘Vertel eens…’.

Laat het gesprek niet langer duren dan nodig. Het ene boek geeft meer gespreksstof dan het andere. Dit boek geeft veel gespreksstof, alleen al doordat er zoveel bewerkingen van het sprookje zijn (in verhalen, prentenboeken, muziek, dans, theater) en er dus veel te vergelijken valt.

Deze manier om een groepsgesprek te voeren werkt het best als er regelmatig zo met elkaar wordt gepraat. Dan raken de kinderen eraan gewend en gaan ze het leuk vinden om op ontdekkingsreis te gaan in een volgend boek.
Deze aanpak is gebaseerd op verschillende inspirerende boeken: Aidan Chambers: Vertel eens en De leesomgeving, Biblion Uitgeverij, Den Haag 2001, en Jan van Coillie: Leesfeesten en boekenfeesten – Hoe werken (met) kinder- en jeugdboeken?, Biblion Uitgeverij, Den Haag 2007.

Praten

Over Andersen en Verhelst 1

In China, moet je weten, is de keizer een Chinees en alle mensen om hem heen zijn ook Chinezen. Het is nu heel lang gelden, maar daarom is het juist de moeite waard om het verhaal te horen, voor het in de vergetelheid raakt. Het paleis van de keizer was het mooiste van de wereld, helemaal van fijn porselein, heel kostbaar, maar zo breekbaar en zo gevaarlijk om aan te raken dat je verschrikkelijk op moest passen. In de tuin zag je de wonderlijkste bloemen en aan de allermooiste waren zilveren belletjes gebonden zodat je er niet voorbij kon gaan zonder de bloem te zien. Alles was heel geraffineerd in de tuin van de keizer en hij was zo uitgestrekt dat zelfs de tuinman niet wist waar hij ophield.

(Het begin van het sprookje van Hans Christian Andersen, vertaling dr. Annelies van Hees.)

Honderden jaren geleden lieten mannen hun hoofd nog kaalscheren tot ze op hun achterhoofd nog maar één haarlok overhielden. Die haarlok lieten ze groeien tot ze als een dunne, zwarte slang over hun rug kronkelde. De vrouwen droegen hun hele leven lang kinderschoenen om hun voeten klein te houden. Zo lang is het geleden dat de Keizer des Keizers van China aan alle tuiniers van het land het bevel gaf naar het Paleis der Paleizen te komen.

De tuiniers kregen de opdracht een plan te tekenen voor een nieuwe Keizerlijke Tuin der Tuinen. Wie het mooiste plan tekende, een plan dat de Keizer aan het dromen kon brengen, zou als beloning een levensgroot standbeeld krijgen in massief goud.
Uit alle delen van het Keizerrijk stroomden tuiniers toe.

(p. 2, het begin van hetzelfde sprookje, anders verteld door Peter Verhelst.)

Voor 8+: Twee keer het begin van hetzelfde sprookje. Of toch niet? Wat zijn opvallende verschillen? En wat zijn de overeenkomsten? Welke woorden vallen in het eerste begin het meest op? En welke in het tweede? Welke versie vind je het meest sprookjesachtig en waardoor? Bij welke versie zie je in gedachten de meeste beelden voor je? Welke versie wil je het liefst verder lezen?

Over Andersen en Verhelst 2

Voor 11+: Zoek in de bibliotheek of op internet het sprookje De nachtegaal van Hans Christian Andersen. Vergelijk het sprookje van Andersen met dat van Peter Verhelst. Lijken de verhalen erg op elkaar? Waarin verschillen ze? Lees elkaar fragmenten voor en bespreek ze. Wie is de verteller van het ene sprookje en wie van het andere? Hoe verschilt het slot van de een met dat van de ander? Wat vind je het belangrijkste verschil tussen de twee versies? Wat vind je typische zinnen voor Andersen? En welke zinnen vind je typisch voor Verhelst? Welke versie vind je het mooist en waarom?

Over willen hebben en houden

Dag en nacht werd de nachtegaal bewaakt door vier wachters die hem ’s avonds naar de troonzaal brachten. Aan de linkerpoot droeg de nachtegaal vier linten, geweven uit de haren van de paardenstaart van de Keizer zelf. Elk lint was verbonden met de pols van een van de wachters. (p. 29)

Voor 6+: De nachtegaal wordt, omdat hij zo mooi kan zingen, een gevangene van de keizer. Als iedereen in het paleis naar een kunstnachtegaal luistert, krijgt de echte nachtegaal de kans om te ontsnappen.
Net als de keizer willen ook veel kinderen (en grote mensen!) dingen die ze mooi vinden graag zelf hebben: een nieuwe cd, een grappig T-shirt, het nieuwste mobieltje. Wat vind jij daarvan? Wil jij alles wat je mooi vindt ook zelf hebben? Kan dat altijd? Kun je ook genieten van dingen die je niet zelf hebt? Praat er samen over.

Zou jij een privé-strand willen hebben? Een eigen zonsondergang? Een eigen boom? Een eigen nachtegaal? Kun je zulke dingen bezitten?

Over echt en namaak

De Eerste Keizerlijke Juwelier wond het mechaniekje op, de Eerste Keizerlijke Muziekinstrumentenmaker knikte en de gouden nachtegaal begon te zingen. Zonder één enkele hapering.
Mooi.

Mooi! (p. 34)

Voor 6+: Welke nachtegaal in het verhaal zingt volgens de keizer en zijn gevolg het mooist: de echte of de gouden nachtegaal? Waarom vinden ze dat? Ben jij het met ze eens? Praat er samen over. Wat zou jij liever hebben: een echte nachtegaal met saaie grijze veren of een gouden nachtegaal met edelstenen? Eerlijk antwoorden!

Er bestaat een cd met 80 minuten prachtig nachtegaalgezang (zie onder Voor wie verder wil lezen/luisteren). Kun je die cd vergelijken met de namaaknachtegaal van de keizer? Waarin wel? Waarin niet?
Wat zou jij liever hebben: een echte hond of een robothond? Welke hond vind je het meest bijzonder? Wat zijn voordelen van een robothond? Zijn er ook nadelen? Wat zijn leuke kanten van een echte hond? En wat de minder leuke?

Wat heb je liever: een vriendje in het echt of een virtueel vriendje uit een computergame? Kun je echt vrienden zijn met een virtueel vriendje? Waarom wel of niet? Is het niet geweldig dat een kind zonder vriend in een computergame een virtueel vriendje kan krijgen?
Wat lijkt je spannender of gevaarlijker: oorlog in het echt meemaken of oorlog voeren in een game? Wat zijn de verschillen?

Over de keizer van China

En die ene Keizer heeft maar één vingerknip nodig om die duizend miljoen onderdanen het hoofd te laten buigen. Eén gefronste wenkbrauw om iedereen geschrokken te laten knielen. Eén glimlach om iedereen zijn tanden bloot te laten lachen, urenlang als het moet. (p. 7)
– de Keizer keek dreigend en iedereen kromp ineen en de Keizer sloeg even met zijn hand op zijn achterhoofd, waarna iedereen in het hele land met de hand op zijn achterhoofd sloeg. ‘Alle andere nachtegalen,’ zei de Keizer, ‘zijn vanaf nu… verrrrrboden… en verrrrrbannen! En iedereen die het waagt om die nachtegalen te helpen of er zelfs maar aan te dénken: verrrrrboden… en verrrrrbannen.’ (p. 38)

Voor 8+: Wat vind je van de keizer uit het verhaal? Lijkt het je een aardige man of niet? Praat er samen over. Stel je voor dat je een van de duizend miljoen onderdanen van deze keizer bent, wat zou jij dan doen? Ook buigen en knielen en jezelf op je achterhoofd slaan?
Deze keizer is er een uit een verhaal. Denk je dat dit soort keizers ook in het echt bestaan? Aan het eind van het verhaal wordt de keizer een ander soort man. Hoe verandert hij en waardoor? Zoek zinnen in het verhaal waaruit dat blijkt en lees ze elkaar voor. Wat is er eigenlijk met de keizer gebeurd? Veranderen de onderdanen ook?

Over pijn voelen in iets dat er niet is

Men zegt dat mensen die een been of een arm verliezen, pijn voelen in het lichaamsdeel dat er niet meer is.
Onmogelijk, denk je, je kunt geen pijn voelen in iets wat er niet is.
Maar pijn gehoorzaamt niet aan normale wetten. Pijn is zoals verdriet. (p. 39)

Voor 7+: Praat met elkaar over het verschil tussen pijn en verdriet. Kun je pijn voelen in een been dat je niet meer hebt? Hoe zou dat voelen? Wat zijn de normale wetten van de pijn? Voelt verdriet net zoals pijn? Als je verdriet voelt, waar voel je dat dan in je lijf? Heb jij wel eens verdriet over iets wat er niet (meer) is? Wat is erger: pijn hebben of verdriet hebben? Wat is makkelijker te stoppen: pijn of verdriet?

Over ziek zijn en beter worden

‘We moeten de Keizer genezen voor het hele land besmet wordt,’ zei de Keizerlijke Arts en hij smeerde de Keizer in met hete modder, gaf hem geheime theemengsels, liet grappenvertellers komen en beren dansen, nodigde dames uit die de Keizer een massage gaven, prikte naalden in de Keizerlijke Oorlel en in de Keizerlijke Voetzolen, maar niets hielp. (p. 40)

Voor 7+: De keizer is ziek; hij lijdt aan Het Verdriet. Praat met elkaar over de naam van die ziekte en over wat voor ziekte dat is. Welke manieren gebruikt de dokter om de keizer beter te maken? Welke methoden worden ook nu nog gebruikt om mensen die lijden aan Het Verdriet te genezen? Helpt het om je in te smeren met hete modder of om geneeskrachtige kruidenthee te drinken? Zijn de grappenvertellers aan het bed van de keizer een soort Cliniclowns? Wat voor andere manier weet jij om de ziekte van Het Verdriet te stoppen? Wat is volgens jou de beste manier? Hoe wordt de keizer uiteindelijk weer beter?

Over een gevoel zonder naam

Soms als ik in de top van een boom sta, voel ik iets waar ik geen naam voor heb. Iets wat te maken heeft met het dorp dat ik heb verlaten of met mijn ouders die ik al zo lang niet meer heb gezien, of met de nachtegaal die ik uit het raam van het paleis heb zien wegvliegen naar zijn eigen, groene bos.

Een soort verlangen naar iets wat er misschien niet eens is. (p. 42)
Voor 8+: Het meisje uit het verhaal heeft een gevoel waar ze geen naam of woord voor heeft. Kun je een gevoel hebben waar geen naam of woord voor is? Bestaat voor alles een naam? Als voor iets geen naam of woord is, bestaat het dan wel? Waar lijkt het gevoel van het meisje het meest op, denk je? Praat samen over deze vragen. Heb je ook wel eens een gevoel waar je geen naam voor hebt? Wanneer had je dat en waar was het? Was het een fijn of een verdrietig gevoel? Of fijn en verdrietig tegelijk?

Over vasthouden en vrijlaten

‘Kom je nog eens langs?’ vroeg de Keizer.
‘Ik weet het wel zeker,’ zei de nachtegaal. (p. 60)
Voor 6+: Aan het eind van het verhaal van Peter Verhelst snapt de keizer dat je een nachtegaal niet gevangen kunt houden. Een nachtegaal die in vrijheid leeft, komt uit zichzelf nog wel eens langs. Dat belooft hij tenminste. Denk jij dat hij zich aan zijn belofte houdt?

Tine begreep het. Viegeltjes kon je niet houden, behalve in je gedachten.
(Joke van Leeuwen: Iep!, p. 141)
Voor 8+: In het boek Iep! van Joke van Leeuwen vindt Warre een vogelmeisje dat hij samen met zijn vrouw Tine wil opvoeden. Ze noemen haar Viegeltje en willen haar houden. Maar Viegeltjes kun je niet vasthouden; ze vliegen weg, net als de nachtegaal. Wat kan er bedoeld worden met de woorden behalve in je gedachten?

voorzichtig
heb ik de gevangen vogel

uit de strik verlost

ik laat hem vliegen hij geeft mij vleugels

Willem Hussem (uit: Warmte vergt jaren groei, Plint, 2005)

Voor 10+: In dit gedicht van Willem Hussem laat de ik-figuur een vogel los die gevangen zit in een strik. Wat gebeurt er in de laatste twee regels?
Wat hebben de drie bovenstaande fragmenten met elkaar te maken? Praat met elkaar over iets vast willen houden en het toch loslaten.

Doen

Kleuren
Carll Cneut, de tekenaar van Het geheim van de keel van de nachtegaal, maakte eerste een schets van de Tuin der Tuinen van de Keizer der Keizers:
[***hier volgt z.s.m. de schets van Carll Cneut van de Tuin der Tuinen (wordt meegestuurd), met daarnaast de ingekleurde prent uit het boek***]
Voor 5+: Print de schets als kleurplaat op A4-formaat. Zie je de nachtegaal? En het meisje? Kleur de plaat nog mooier dan in het boek! Hang de ingekleurde platen naast elkaar, zodat je een prachtige strook Tuin der Tuinen aan de muur krijgt.
Ook van andere prenten in het boek maakte Carll Cneut eerst schetsen, zoals van het meisje dat in een boom zit:
[***hier volgt z.s.m. de schets van het meisje dat in een boom zit (wordt meegestuurd), met daarnaast de ingekleurde prent uit het boek***]
Voor 6+: Print de schets als kleurplaat op A4-formaat. Teken zelf de nachtegaal in de kleurplaat. Kleur de plaat nog mooier dan in het boek.
En hieronder de schets van de hovelingen die met het meisje op de nek op zoek gaan naar de nachtegaal:
[***hier volgt z.s.m. de schets van de hovelingen die met het meisje op de nek op zoek gaan naar de nachtegaal (wordt meegestuurd), met daarnaast de ingekleurde prent***]
Voor 7+: Print de schets als kleurplaat op A4-formaat. Kleur de prent nog mooier dan in het boek. Geef de mensen prachtig kleurige kleren.

Keizerlijke Tuin ontwerpen

De tuiniers kregen de opdracht een plan te tekenen voor een nieuwe Keizerlijke Tuin der Tuinen. Wie het mooiste plan tekende, een plan dat de Keizer aan het dromen kon brengen, zou als beloning een levensgroot standbeeld krijgen in massief goud. (p. 2)
Voor 7+: Maak een ontwerptekening of een maquette van een Keizerlijke Tuin. Misschien met boomstammen die glanzen als reusachtige leren laarzen. Misschien met bloemenvelden die door de wind elke seconde veranderen van kleur. Misschien met bloemkelken die tinkelen als kristallenklokjes. Dit zijn de beelden die Peter Verhelst geeft in zijn tekst. Maar voor jouw tekening of maquette kun je nog meer wonderlijk mooie dingen uit je fantasie halen. Een keizerlijke Tuin met watervallen, regenbogen, sterrenbloemen, confettibloesem, ballonstruiken, vuurvlinders, zeepaardjes, bloemzoenen, nachtgeluiden. Alles kan! Maak een tekening of maquette die de keizer zeer zou bevallen.

Mobile maken van strookjes papier

Hoog boven de grond schreef hij zijn bevelen op reepjes rijstpapier die hij oprolde en vastbond aan de poten van speciaal opgeleide duiven. (p. 5)
Voor 8+: De Eerste Keizerlijke Tuinier schrijft zijn opdrachten op strookjes papier. Bedenk een opdracht van de Keizerlijke Tuinier die begint met een gebiedende wijs: Graaf, plant, knip, bouw, gooi, hak, hark, schilder, geef enzovoort. Verzin gewone maar ook heel bijzondere opdrachten. ‘Graaf een vijver van een halve meter diep.’ ‘Knip de rozenstruiken in de vorm van een hart.’ ‘Geef alle vlinders water met suiker.’ ‘Hang een regenboog op.’ Schrijf je regel op een mooi strookje gekleurd papier; per strookje één opdracht. Lees ze elkaar voor.

Maak daarna van alle strookjes van alle kinderen een mobile. Het wordt een soort hangende tuin van papier. Je kunt daarvoor kleerhaakjes van ijzerdraad gebruiken die gemakkelijk te verbuigen zijn. De mobile beweegt en draait als je er licht tegen blaast.

Jezelf een lange naam geven

In het dorp waar ik vandaan kwam, noemden ze mij het-meisje-dat-op-de-lucht-kan-leunen. Mijn ouders noemden mij: ons-meisje-dat-lenig-is-als-een-slang-en-door-de-lucht-springt-als- een-aap. (p. 10)
Voor 8+: Het meisje dat het verhaal vertelt, heeft een lange naam met veel woorden en veel streepjes. Geef je zelf ook een lange naam met veel woorden en strepen. Bedenk eerst wat je goed kunt: bijvoorbeeld de punt van je neus aanraken met je tong, drie kwartier op één been staan, vijf doelpunten scoren per uur. Daar kun je dan een lange naam met strepen van maken: de-jongen-die-met-zijn-tong-zijn-neus-kan-raken, het-meisje-dat-drie-kwartier-op-één-been- kan-staan, de-jongen-die-elk-uur-vijf-doelpunten-maakt.

Je kunt jezelf zo ook een lange naam geven met dingen die je lekker vindt om te eten of met dingen die je plan bent om te gaan doen. Het-meisje-dat-haar-vingers-aflikt-bij-het-eten-van- goudgele-pannenkoeken-met-goudbruine-stroop. De-jongen-die-later-autocoureur-wordt-en- die-door-de-bochten-scheurt.

Bedenk ook een lange naam die jouw ouders je zouden kunnen geven. Schrijf een paar superlange namen voor jezelf op en lees de mooiste voor.

Kort gedicht schrijven over de Keizerlijke Tuin

Zoals de tere huid van meisjes
Blozen de bleke bloesems
Bij het horen van de stappen van de Keizer (p. 17)

Zacht als een perzik, mals als een pruim
Is de Tuin als de keizer is
In goede luim. (p. 17)
Voor 8+: Dit gedicht schreef een bezoeker van de Keizerlijke Tuin in het Boek der Tuinen. Schrijf ook een gedichtje van drie regels over iets uit de Keizerlijke Tuin. Over bloemen die tinkelen als klokjes. Over de geur van rozen in het rozenprieel. Over het geluid van een beekje. Of over iets anders. In je gedicht kun je iets met iets anders vergelijken. Dan gebruik je een woord als zoals of als. Je gedicht hoeft niet te rijmen.

Haiku schrijven over een nachtegaal

De tuijn is heemels sgoon
Maar sgooner dan dit al
Is het gezang van de nagtegal (p. 17)
Voor 10+: Dit gedicht met spelfouten schreef een ander bezoeker in het Boek der Tuinen. Het lijkt op een haiku: een Japans gedicht van drie regels. Bij een haiku telt regel 1 vijf lettergrepen, regel 2 zeven en regel 3 weer vijf.
De volgende haiku over nachtegalen zijn geschreven door beroemde Japanse dichters:

De nachtegaal fluit, zijn kleine spitse snavel helemaal open.

(Buson, 1715-1785) Diep in de dalen,

omhuld door avondnevel, nog nachtegalen. (Shuoshi, 1892-1981)

Luister! als water, vloeiend in slapende oren, zingt de nachtegaal.
(Issa, 1763-1827)

Ga naar www.leesgoed.eu, Boekidee, Boekidee Extra, enz. Luister naar het gezang van een nachtegaal en schrijf er een haiku over. Je haiku heeft drie regels: een van vijf lettergrepen, de volgende van zeven, de laatste van drie lettergrepen. (Maar je mag best een beetje smokkelen met het aantal lettergrepen.)

Laat je inspireren door de Japanse dichters en door Peter Verhelst, maar doe het net even anders. Je kunt je gedicht beginnen met Luister! Of met Hoor! Misschien kun je een vergelijking in je gedicht stoppen. Of een kleur. Of de tijd van de dag.

Nachtegaal bekijken, beluisteren en tekenen

‘Jij brengt ons bij die nachtegaal,’ zei de kamerheer.
‘Volg mij,’ zei hij tot de paleisbewoners en hij wees moedig naar een punt in de verte. (p. 20) Voor 4+: Zoek in het boek de eerste plaat waar de nachtegaal op staat. En de tweede. En de derde. Speur het hele boek door naar de nachtegaal. Op welke bladzijde staat hij het grootst getekend, op welke het kleinst?
Voor 7+: Zoek via Google op internet hoe een nachtegaal eruitziet. Vergelijk de nachtegaalfoto’s op internet met de nachtegaaltekeningen in het boek.
Voor 5+: Teken zelf een nachtegaal.
Luister nog eens hoe een nachtegaal klinkt. Probeer op je nachtegaaltekening met letters, kleuren en andere tekentjes de patronen in de zang van de nachtegaal uit te beelden. Hoe vang je zijn muziekriedels in de taal van lijn en kleur? Worden het rode golfjes, donkerblauwe sterren, trillende streepjes, ootjes en ietjes in allerlei kleuren, of iets heel anders?

Kunstnachtegaal ontwerpen

Ze sneden de nachtegaal niet open, maar ze keken in zijn keel terwijl hij zong.
Met een vergrootglas zagen ze hoe die keel bewoog en trilde en wentelde en elke millimeter van die zingende keel tekenden ze na op grote bladen papier en maakten ze na in goud. (p. 32) Voor 8+: In het sprookje van Andersen staat dat de kunstnachtegaal is bezet met edelstenen: als je het mechaniek van de vogel opwindt, gaan er radertjes in zijn lijf draaien, zodat er gezang uit zijn snavel komt en zijn staart op en neer gaat.
Maak een ontwerptekening van jouw kunstnachtegaal. Laat zien hoe hij er van buiten uitziet èn tegelijk hoe hij van binnen werkt. Waar zitten de radertjes en hoe draaien die? Of kun je een ander mechaniek bedenken? Een chip? En waar komt het geluid vandaan? Hoeveel liedjes kan je kunstvogel laten horen? Moet hij met een sleuteltje worden opgewonden of werkt hij op een batterij of op zonne-energie? Hoe moet hij worden verzorgd? Moet hij af en toe worden opgeknapt? Geolied? Schrijf bij jouw tekening tekst en uitleg en gebruiksaanwijzing.

Hieronder of hier vlakbij een paar voorbeelden van kunstnachtegalen, getekend door kinderen.
Luisteren naar Igor Stravinsky
Voor 10+: Kijk en luister via Youtube naar het tien minuten durende filmpje: Le Rossignol (The Nightingale) Natalie Dessay English Subtitles.

De sopraan Natalie Dessay zingt daarin Le Chant du Rossignol (De Zang van de Nachtegaal) uit de opera Le Rossignol van de componist Igor Stravinsky (1882-1971). Stravinsky baseerde zijn opera op het sprookje van Andersen; hij werkte er met tussenpozen aan van 1908 tot 1914. In het filmpje zingt Natalie Dessay in het Frans, maar er zijn Engelse ondertitels.

Vind je de sfeer van het filmpje overeenkomen met die van het boek van Peter Verhelst en Carll Cneut? Of vind je het totaal anders? Waar zitten de verschillen, waar de overeenkomsten?
Natalie Dessay ‘zingt als een nachtegaal’, wordt gezegd. Wat bedoelen mensen daarmee? Vind jij dat ook?

Kostuums ontwerpen

Carll Cneut, die de illustraties maakte voor Het geheim van de keel van de nachtegaal schilderde de keizer, zijn hofhouding en zijn onderdanen in prachtige kostuums vol kleurige patronen:

In 1920 maakte Igor Stravinsky samen met de choreograaf George Balanchine van zijn opera Le Rossignol een ballet. De schilder Henri Matisse ontwierp er in 1925 kostuums voor:

De kostuums die zijn getekend door Carll Cneut zien er heel anders uit dan de kostuums die zijn ontworpen door Henri Matisse. Toch zit er ook een overeenkomst in.

Voor 10+: Ontwerp (teken/schilder) zelf kostuums voor verschillende personages uit het sprookje, zoveel mogelijk passend bij hun rol en karakters. Ga daarbij uit van de eenvoudige basisvorm die Matisse gebruikte. Laat je inspireren door Cneut en Matisse, maar maak er je eigen ontwerp van! Carll Cneut is erg benieuwd naar jullie ontwerpen! Via zijn website www.carllcneut.com kun je contact met hem opnemen.

Luisteren naar Theo Loevendie

Heel, heel lang geleden
was de keizer van China
zo rijk en machtig
dat werkelijk alle Chinezen niets anders deden dan jaknikken, buigen en vrezen voor zijn pracht en praal. Dag en nacht,

echt allemaal.
Luister maar eens
naar dit oude verhaal.

(Het begin van De dag- en nachtegaal door Kees van Kooten.)

Voor 10+: De Nederlandse componist Theo Loevendie schreef in 1974 een muzikale bewerking van ‘De nachtegaal’, het oorspronkelijke sprookje van Andersen, voor orkest en spreker. In 2008 schreef Kees van Kooten een nieuwe tekst bij het stuk van Loevendie. De première van het nieuwberijmde Andersen-sprookje De dag- en nachtegaal werd uitgevoerd door het Noord Nederlands Orkest, met Kees van Kooten als verteller. Het stuk is ook uitgebracht op cd; zie boven, Voor wie verder wil lezen/luisteren. Naast de orkestversie staat er op de luisterschijf ook een uitvoering door een kamerensemble.

Beluister de cd. Met behulp van een tekstboekje kun je hierbij, als een soort karaoke, zelf de rol van verteller spelen. Natuurlijk kunnen er ook meerdere vertellers zijn; dan spreek je van tevoren af wie wat zegt.

Peter Verhelst. Het geheim van de keel van de nachtegaal. Ills. Carll Cneut. De Eenhoorn, 2008. ISBN 978 90 5838 507 9, € 24,95. Omvang: 64 blz. Formaat: 25×30 cm. NUR: 277, 274.

Naar boven