De tunnel – Lessuggesties 2022

LESTIPS voor 2e en 3e KLAS van het VOORTGEZET ONDERWIJS

De Woutertje Pieterse Prijs bekroont de mooiste boeken die het afgelopen jaar zijn verschenen. Er zijn zes boeken genomineerd, die geschikt zijn voor kinderen vanaf 9, 12 en 15 jaar. 

Om leraren te inspireren aan de slag te gaan met actuele én goede kinder- en jeugdboeken, bieden wij lestips bij de genomineerde boeken uit 2021 aan. Dit jaar voor de bovenbouw van het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs.

Voor wie zijn deze lestips?

Deze lessuggesties richten zich op het boek De tunnel van Anna Woltz (Uitgeverij Querido), een boek dat geschikt is voor jongeren vanaf 12 jaar. Deze lestips zijn bedoeld voor de tweede en derde klas van het voortgezet onderwijs. Er is ook een pdf beschikbaar.

De tunnel van Anna Woltz

Ella (14 jaar) vertelt haar verhaal dat zich afspeelt in Londen tijdens het begin van de Tweede Wereldoorlog. Ze begint te vertellen dat ze met z’n vieren waren, maar dat er aan het einde van haar verhaal iemand doodgaat. Zou het haar broertje Robbie (9 jaar) zijn, die meer op haar past dan andersom? Zou het de ruige Jay (16 jaar) zijn die alles heeft verloren en daarom op een creatieve manier aan geld probeert te komen? Of zou het om de rijke Quinn (15 jaar) gaan die van huis is weggelopen en hun leven binnen fladdert en kleur geeft? Ze moeten elke nacht in het metrostelsel schuilen voor de Duitse bommenwerpers. De tunnels van de Ondergrondse zijn griezelig donker en doen Ella denken aan een andere tunnel waarin ze 8 maanden lang in leven werd gehouden. Toen ze vanwege polio (kinderverlamming) niet zelf kon ademhalen, werd haar ademhaling overgenomen door een ‘ijzeren long’, een machine die net was uitgevonden. Ella kan weer zelf ademen, maar heeft er wel een traumatische ervaring en een lam been aan overgehouden. Haar broertje is nog steeds bang dat haar ademhaling ‘s nachts stopt. De vier totaal verschillende kinderen trekken met elkaar op en helpen elkaar de moeilijke tijd door. En ook de broer van Quinn, Sebastian, speelt een rol in het verhaal.

Uit het juryrapport

Met De tunnel schreef Anna Woltz een razendknap jeugdboek. Enerzijds voert ze haar lezers in volle vaart mee naar het Londen van de Tweede Wereldoorlog, waar ze naar adem happen in ondergrondse metroruimtes en gebombardeerde parken. Anderzijds is de schrijfster een intelligente commentator: De tunnel is niet alleen een actieboek, maar ook een reflectie op klassenverschillen, identiteit én schrijverschap. Een boek met vele ingangen, tunnel op tunnel op tunnel op tunnel.

Kenmerken

  • geschiedenis – Tweede Wereldoorlog
  • overleven in tijden van oorlog
  • vriendschap
  • rol van vrouwen / gender
  • jezelf mogen zijn, hokjes denken

Werken aan verhaalbegrip en het ontwikkelen van literaire competentie

In medias res
Als de stijlfiguur in medias res wordt toegepast, begin je middenin het verhaal. De lezer krijgt aan het begin een vooruitwijzing en gedurende het verhaal wordt het steeds meer ingevuld. De proloog begint met: We zijn met z’n drieën. We waren met z’n vieren, maar één van ons gaat dood. Dat kun je beter maar weten. Nu al, voordat ik begin. (p. 5) De ik-persoon spreekt de lezer niet alleen direct toe, maar door het toepassen van in medias res, word je als lezer ook meteen het verhaal ingetrokken. Je vraagt je continu af om wie het zal gaan.

Vanuit een ander | Verwerking 1 [t/m p. 119]
Creatief schrijven (individueel)

Voorlezen / zelf lezen
Start met voorlezen van het voorwoord en de eerste twee hoofdstukken (p. 5 t/m 17). Laat de leerlingen daarna het boek zelf verder lezen (of lees ook de rest in delen voor). Ga in gesprek over de setting van het verhaal: het begin van de Tweede Wereldoorlog in Londen.

Vanuit Ella
Het boek is geschreven vanuit het perspectief van Ella. Zij beschrijft wat er allemaal is gebeurd. Maar hoe zou het verhaal gezien worden door de ogen van Robbie, Jay en Quinn of door de ogen van Sebastian, de broer van Quinn?

Een ander perspectief
Laat de leerlingen één van de andere vier personages kiezen en het verhaal vanuit hen schrijven. Eerst bedenken de leerlingen hoe ze het karakter van hun personage kunnen omschrijven. Wat hebben ze allemaal meegemaakt? Hoe staan ze in het leven?

Daarna gaan de leerlingen aan de slag om een eigen verhaal te schrijven vanuit hun gekozen personage. Laat ze zichzelf voorstellen en vanuit een ik-personage vertellen en uitleggen hoe ze in de tunnel terecht zijn gekomen. 

Meelezen
Laat de leerlingen onderling hun verhaal ruilen en elkaar tips geven. Met de tips herschrijven ze hun verhaal. Wie zou zijn/haar verhaal daarna willen voorlezen?

Hoop en verwachting | Verwerking 2 [t/m p. 159]
De dialoog voeren (groepsgesprek)

Laat de leerlingen verder lezen t/m p. 159. De leerlingen zijn meer te weten gekomen over de personages via de dialogen en de gebeurtenissen die Ella beschrijft. 

Groepsgesprek
Verdeel de klas in groepjes van vier of vijf leerlingen. Laat ieder een ander personage vertegenwoordigen in een groepje. Schrijf de vijf namen van de personages (Ella, Robbie, Jay, Quinn en Sebastian) op briefjes en verdeel die in elk groepje. Ieder verdiept zich in zijn/haar eigen personage. Hoe zien zij het leven tijdens de oorlog? Hoe willen ze na de oorlog verder? Welke idealen hebben ze? Laat ze hier samen een gesprek over voeren vanuit hun personage. Laat het gesprek starten met: Als de oorlog afgelopen is dan ……..

Afronding
De leerwinst van de bespreking in groepjes is dat leerlingen zich hebben verplaatst in een ander personage. Een klassikale nabespreking zou hier afbreuk aan doen (zie ook ‘De afronding van groepsbesprekingen’ in Praten over romanfragmenten). Je kunt de leerlingen wel vragen individueel op te schrijven wat ze voor zichzelf geleerd hebben uit hun gesprek. 

Hoe begin je opnieuw? | Verwerking 3 [t/m p. 159]
In medias res (in duo’s en een klassengesprek)

Voorspellen
Door de aankondiging in het voorwoord, ben je als lezer steeds bewust van het gevaar. Er gaat iets gebeuren en één van de personages gaat dood. Maar wie? Hoe zal het aflopen? Lees het voorwoord Dit eerst (p. 5) nog eens voor. 

Wat betekent het voor de andere personages als iemand wegvalt? Laat de leerlingen daar in duo’s met elkaar over praten. Wat betekent het voor personage A als personage B wegvalt? Hoe kunnen ze daarmee verder leven en opnieuw beginnen? 

Maak een schema op het bord:

Verdeel de vakjes over de duo’s. Zorg er in ieder geval voor dat de rood gearceerde vakjes behandeld worden. De grijze vakjes zijn niet zo relevant, dus die kun je overslaan. Laat de duo’s dan samen omschrijven hoe het leven van personage A zal veranderen als B dood gaat. Laat ze het in 1 zin omschrijven.

Vullen
Als alle duo’s iets hebben bedacht, vul je samen het schema in. Laat om de beurt een duo benoemen welke gevolgen het overlijden van B heeft voor A. Zet het in het juiste vakje.

Nabespreking [als het boek uit is]
Laat nu alle leerlingen het boek uitlezen. Daarna kun je een gesprek voeren over de afloop van het verhaal. Wat vinden ze van de ontknoping? Wat deed het met hen dat ze al vooraf wisten dat iemand dood zou gaan? 

Zie voor het voeren van een klassengesprek ook de tips die genoemd worden in de brochure Praten over romanfragmenten.

Meer lezen

Anna Woltz schrijft boeken voor kinderen en jongeren waarin onverwachte vriendschappen vaak een belangrijke rol spelen. Met personages die je raken en een ontwikkeling doormaken. Haar andere boeken zijn ook zeker de moeite waard om met de klas te lezen:

  • Honderd uur nacht (2014), Uitgeverij Querido.
  • Gips (2015), Uitgeverij Querido.
  • Alaska (2016), Uitgeverij Querido.

Lessuggesties

Nog meer lessuggesties bij De tunnel vind je hier.

Bronnen

Deze lestips zijn ontwikkeld door Loes Reichenfeld (LEES met LOES) in opdracht van de Stichting Woutertje Pieterse Prijs. Ze worden aangeboden dankzij de steun van de Brook Foundation en De Versterking.

© Stichting Woutertje Pieterse Prijs en LEES met LOES, 2022

 

 

Naar boven