Algemene lessuggesties 2020

De Woutertje Pieterse Prijs in de klas (en thuis)

Tips om de mooiste boeken van 2019 in te zetten 

Voor wie zijn deze lestips?

Om leerkrachten te inspireren om aan de slag te gaan met actuele én goede kinderboeken, bieden wij deze lestips bij de genomineerde boeken van 2020 aan. Dit document (ook te downloaden als pdf) is oorspronkelijk bedoeld voor gebruik in de klas, maar kan ook goed door ouders thuis gebruikt worden, of door leerkrachten op afstand, via een online omgeving.

De Woutertje Pieterse Prijs bekroont boeken die geschikt zijn voor uiteenlopende leeftijdsgroepen. Hieronder vindt u een indicatie per boek. Zie dat als minimum leeftijd, want juist deze mooie jeugdboeken kunnen tot op hoge leeftijd bewonderd worden!

Dit jaar werden boeken genomineerd die vooral geschikt zijn voor kinderen van 8 jaar en ouder. De lestips richten zich dus op de midden- en bovenbouw van het basisonderwijs en de eerste klassen van het voortgezet onderwijs. De leerkracht zelf kan het best bepalen welke titels geschikt zijn voor een specifieke groep.

Hoe kun je deze lestips gebruiken?

Deze algemene lestips zijn in te zetten bij alle zes genomineerde boeken. Op deze pagina vind je ook specifieke tips per genomineerd boek.

DEEL 1: algemene tips

Waarom juist deze zes boeken?

De Woutertje Pieterse Prijs is een prijs voor het beste oorspronkelijk Nederlandstalige kinder- of jeugdboek. De jury bekroont sinds 1988 kinderboeken die uitzonderlijk zijn voor wat betreft taal, genre, thema, illustratie, vorm en/of vormgeving. Het doel van de prijs is het bevorderen van de kwaliteit van het Nederlandstalig kinder- en jeugdboek.

De jury nomineerde deze zes boeken uit het volledige aanbod aan kinder- en jeugdboeken dat verscheen tussen 1 januari en 31 december 2019:

Bizar van Sjoerd Kuyper (Uitgeverij Hoogland & Van Klaveren)
Brons van Linda Dielemans en Sanne te Loo (Fontaine Uitgevers)
Flin of de verloren liefde van een eenhoorn van Henry Lloyd en Laurens Rawie (Querido)
IJzerkop van Jean-Claude van Rijckeghem (Querido)
Uit elkaar van Bette Westera en Sylvia Weve (Gottmer)
Zwerveling van Peter Van den Ende (Querido)

Haal ze in huis! 

De selectie van de professionele jury van de Woutertje Pieterse Prijs maakt dat je met deze boeken kwaliteit in huis haalt: kies dus deze boeken voor in je klas, bibliotheek, mediatheek of voor thuis. Stel ze tentoon en maak er reclame voor. Maak er een lust voor het oog van, die gelijk aanzet tot het lezen van de boeken.

Als je een of meerdere boeken in huis haalt, zet ze zo neer dat alle kinderen de boeken kunnen zien. Door er nog niets over te vertellen en de boeken binnen handbereik tentoon te stellen, wek je al de interesse.

Even voorstellen

De boeken die dit jaar genomineerd zijn, zijn vooral geschikt voor kinderen in de midden- en bovenbouw van de basisschool, en in de brugklas van het voortgezet onderwijs:

Zwerveling – Peter van den Ende

Aan boord van een schip wordt een bootje gevouwen en voorzichtig te water gelaten. Dan vaart het schip weg en staat het bootje er alleen voor. Het vaart over de oceaan, langs riffen en polen en tussen ijsschotsen door. Het verbaast zich over een wonderlijke sprookjeswereld boven en onder water, doorstaat stormen en redt zich uit benarde situaties. Ten slotte komt het na een lange reis aan in de haven, waar een verrassing wacht.

 

Uit elkaar – Bette Westera & Sylvia Weve (poëzie)

Echtscheiding is een thema dat in helaas veel kinderlevens aan de orde is. Westera & Weve weten dit moeilijke onderwerp op een luchtige manier te behandelen. Van de eerste prille verliefdheid tot de fase van scheiding en daarna nieuwe gezinssituaties, Westera en Weve verdichten en verbeelden deze thematiek in brede zin. Soms hoopvol, soms schrijnend, maar altijd gevoelig en origineel – de gedichten weten stuk voor stuk te troosten, te ontroeren en te verrassen.

Brons – Linda Dielemans & Sanne te Loo (fictie & non-fictie)

Dit boek gaat helemaal over brons, met als grootste mysterie: waarom gooiden de mensen in de bronstijd het meest waardevolle dat ze hadden weg? Linda Dielemans, zelf archeologe, schreef dit boek in samenwerking met de archeologieprofessor David Fontijn. Informatie over brons wordt afgewisseld met verhalen, waarbij de illustraties van Sanne te Loo de bronstijd tot leven wekken.

 

Flin – Henry Lloyd & Laurens Rawie (fictie)

Flin groeit op in het bos, ver van de wereld van de mensen. Hij wordt grootgebracht door twee arenden, en van de tweehoofdige dwerg Mono leert hij overleven in het bos. Als die hem over de mensen vertelt, is Flin opgetogen. Er zijn dus meer wezens zoals hij! Ondanks alle waarschuwingen van de dwerg gaat hij naar hen op zoek. Henry Lloyd schreef een zinderend, tijdloos verhaal over jaloezie, vriendschap en beginnende liefde. En over de vraag wat het inhoudt om een mens te zijn.

IJzerkop – Jean-Claude van Rijckeghem (historische jeugdroman)

De achttienjarige Stans houdt nooit haar mond, liegt als de pest en doet alles wat niet mag. Ze droomt ervan Gent achter zich te laten en iets van de wereld te zien. Daaraan komt een abrupt einde als haar vader failliet dreigt te gaan en Stans met een rijke, opdringerige geldschieter moet trouwen. Stans loopt weg, onherkenbaar in de kleren van haar echtgenoot, en komt in Parijs terecht bij Napoleons veertiende compagnie.

 

Bizar – Sjoerd Kuyper (jeugdroman)

Bizar is het dagboek van Sallie Mo. Ze is dertien en kan al tien jaar lezen en doet niets anders – ze woont in haar boeken. Haar moeder vreest dat ze het contact met de echte wereld zal verliezen en stuurt haar naar dokter Bloem. Hij zegt dat ze drie maanden niet mag lezen. Ze moet nadenken over wat ze ziet en hoort en alles opschrijven. Dat doet ze, tijdens een zinderende vakantie op het eiland waar alles heftig uit de hand loopt…

 

Algemene tip: lees voor en praat erover
Elk van de genomineerde boeken is geschikt om voor te lezen. Je kunt het hele boek voorlezen door elke dag een stukje voor te lezen of je kunt een fragment uitkiezen. Dit fragment kan tevens dienen om de interesse in het boek te wekken. Voorlezen is belangrijk, hiermee vergroot je het inlevingsvermogen van kinderen en verminderen vooroordelen. Kinderen leren de wereld door andermans ogen te bekijken. Het voorleesmoment leent zich goed voor het voeren van sociale gesprekken: je praat tijdens het voorlezen over wat er in iemands hoofd omgaat. Lees enthousiast voor.

Na het voorlezen kun je met de kinderen in gesprek te gaan. Hoe je daar een goed gesprek van maakt, kun je verderop in deze lestips lezen.

Algemene tip 2: ga creatief aan de slag
Kinderen vinden het fijn om op hun eigen manier hun leeservaring te verwerken. Dat kan op elke leeftijd en dit kun je geheel naar eigen inzicht doen. Tijdens het voorlezen kunnen kinderen bijvoorbeeld tekenen wat zij horen. Dit kan ook in een mindmap of stripvorm. Ook kunnen zij bij het (voorlees)fragment of na het lezen van het hele boek bijpassende gedichten of songteksten zoeken. De kinderen leggen dan uit waarom zij dat gedicht of die songtekst bij het fragment/boek vinden passen. Creatieve opdrachten brengen zo altijd het gesprek op gang.

Tip voor later: een auteur of illustrator in de klas
Het lijkt misschien veel gevraagd: het organiseren van een bezoek van een auteur of illustrator in de klas. Maar bijna niets werkt inspirerender en motiverender dan dat. Dus wil je echt iets doen aan het leesklimaat op school, nodig dan, zodra de scholen weer open zijn, een auteur of illustrator uit. Door de auteur/illustrator uit te nodigen in de klas, geef je iets extra’s. De kinderen komen erachter wat schrijvers en illustratoren beweegt. Ze kunnen hem/haar vragen stellen, maar ook hun eigen beleving delen of zelfgemaakt werk bij het boek laten zien. Veel schrijvers en illustratoren doen graag aan schoolbezoeken. Een schrijver/illustrator boeken kan via de Schrijverscentrale.

Maak kans op een Boekenbon van €50,-
De organisatie van de Woutertje Pieterse Prijs nodigt je uit om de creatieve verwerkingsopdrachten van de kinderen met ons te delen. Maak van het werk foto’s of een filmpje en mail deze voor 1 juli 2020 naar wpp@woutertjepieterseprijs.nl.

Onder de leukste inzendingen worden twee Boekenbonnen van €50 vergeven. Zowel leerkrachten als ouders en kinderen zelf kunnen meedoen aan deze wedstrijd.

DEEL 2: Korte handleiding praten over boeken

Praten over boeken en lezen met kinderen
Bij leesbevordering (in de klas of thuis) is het praten over boeken en lezen een belangrijke component. Gesprekken zijn namelijk het ideale middel om te ontdekken wat een boek of verhaal met kinderen doet, welke gedachten en gevoelens tijdens het lezen bij hen opkomen en welke relaties zij leggen met hun eigen levens- of leeservaringen.

Een compleet boek of een verhaal kunnen als uitgangspunt dienen voor zo’n gesprek, maar ook zelfgekozen voorleesfragmenten kun je als startpunt voor een boeiend leesgesprek gebruiken. Met hierbij als mogelijk doel dat het fragment in combinatie met het gesprek jou en de kinderen uitdaagt het hele boek erbij te pakken (en te lezen!). Je kunt de fragmenten voorlezen of ze door de kinderen zelf laten voorlezen.

Hoe voer je gesprekken over boeken en lezen?
Er zijn vele verschillende soorten gesprekken die je met je kinderen over boeken kunt voeren. De vorm die hier uitgelegd wordt is gesprekken tijdens interactief voorlezen. De methode hiervoor is afkomstig van de Britse leesbevorderaar Aidan Chambers.

Gesprekken tijdens interactief voorlezen
Onder interactief voorlezen verstaan we alle vormen van voorlezen waarbij er ruimte is om met elkaar in gesprek te zijn over het verhaal: voor, tijdens en/of na het voorlezen ervan. Het interactief voorlezen kan verschillende doelen hebben, bijvoorbeeld om de literaire competentie te ontwikkelen, om de sociaal-emotionele ontwikkeling te versterken of juist de ontwikkeling in rekenen-wiskunde, en vanzelfsprekend ook om de taalontwikkeling te stimuleren.

Welke doelen je met het interactief voorlezen ook nastreeft, zorg ervoor dat de inhoud van het verhaal en het samen gericht zijn op die inhoud centraal blijft staan. Wat je vooral niet moet doen is strak stappenplannen volgen en lijstjes met vragen afwerken, voortdurend controleren of kinderen wel hebben begrepen wat je voorleest of er vooral een woordenschatkwestie van maken. Dan schiet het interactief voorlezen zijn doel voorbij. De spanning wordt dan uit het verhaal gehaald, het gaat dan meer om begripscontrole of om het leren van woorden dan om beleving en verbeelding. De methodiek wordt dan belangrijker dan het verhaal, terwijl het er juist om gaat dat je samen betrokken bent bij de inhoud van het verhaal.

Interactief voorlezen op school werkt het best in kleine groepjes van drie tot vijf kinderen, waarbij afwisselend één van de kinderen voorleest. Dat leidt tot meer vragen, reacties en commentaar dan interactief voorlezen voor de hele klas.

Vragen vooraf

  • Wie kent dit boek/schrijver, wat heb je van hem/haar gelezen?
  • Wat denk je als je de titel hoort/ziet? Waar zou het over gaan?

Vragen tijdens het voorlezen

  • Zie je dit [de gebeurtenis] voor je ogen gebeuren, net als in een film?
  • Hoe ziet X [persoon, ding, plek, etc.] eruit in jouw hoofd?
  • Zou je die of die plek kunnen tekenen? Of hoe X eruitziet?
  • Van wie leer je de gedachten/gevoelens kennen?
  • Wat zou jij nu doen, als je X was?
  • Hoe gaat het verder? Wat gaat er gebeuren? Wat gaat X doen, denk je?

Na afloop over dit verhaal

  • Stel dat de schrijver [naam noemen] hier is en je mag hem/haar één vraag stellen over dit verhaal. Wat zou jij vragen?
  • Wat vond jij het belangrijkste stukje?
  • Wat vond jij het grappigste stukje?
  • Wat het saaiste?
  • Wie vind je de leukste/vervelendste/grappigste, enz. persoon? Wat deed die?
  • Welk stukje vond je moeilijk?
  • Wat vond jij het mooiste woord/een mooi woord in dit verhaal?
  • Wat vond je een moeilijk woord?
  • Zaten er ook grapjes met woorden in?
  • Wat zou je morgen vertellen aan een vriend of vriendin over dit verhaal/boek?
  • Wil je het boek verder lezen of iets anders lezen van deze schrijver?

Eigen leeservaringen

  • Heb je al eens eerder zo’n soort verhaal gelezen?
  • Wat voor verhalen/boeken lees je het liefste?
  • Lees je ook wel eens in een andere taal/je eigen taal?
  • Wat is je lievelingsboek?
  • Waar/wanneer lees je het liefste? In bed, voor het slapen gaan, op de bank, in een luie stoel, in de vakantie, als je thuiskomt uit school, enz.

Begripscontrole (tussendoor en na afloop)

  • Wie zijn de hoofdpersonen in het verhaal?
  • Wat gebeurde er?
  • Wat deed X? Waarom?
  • Hoe komt het dat [gebeurtenis]?
  • Waar merkte je dat aan?

 

 

 

Naar boven