Juryrapport Woutertje Pieterse Prijs 2008

Plaats vier volwassen mensen rond een tafel en vraag hen om uit een aanbod van 131 kinder- en jeugdboeken het allermooiste boek te selecteren. Er zijn nauwelijks begrenzingen. Prentenboeken, dichtbundels, bijbelvertalingen, avonturenromans, psychologische thrillers: alle vorig jaar in de Nederlandse taal verschenen boeken kunnen in aanmerking komen. De enige doorslaggevende eis is dat het winnende boek in taal en inhoud de kwaliteit representeert waar de Woutertje Pieterse Prijs naar streeft.

Aan tafel heerst een prettige verwarring. Hoe een rijk geïllustreerd prentenboek voor kleuters te vergelijken met een gedetailleerde historische roman van zo’n 600 pagina’s voor pubers? Hoe de bundel van een gearriveerde dichter te vergelijken met het prozadebuut van een jonge schrijver?

Niet alleen de rijkdom en variatie in het aanbod zorgen voor onrust, ook het besef op hopeloos grote mensenvoeten de wereld van kinderen te betreden draagt daaraan bij. Dikwijls is de verleiding groot om de mooiste boeken uit de eigen kindertijd aan te halen, of om eigen of andermans kinderen als getuige a décharge aan te roepen.

In een gezond besef van de eigen beperkingen, heeft deze jury van vier zich bevoorrecht gevoeld. Vanzelfsprekend behoren tot zo’n groot aanbod ook slecht geschreven en lelijk vormgegeven boeken. Een enkele keer vroeg een jurylid zich af waarom een boek eigenlijk gepubliceerd was. Maar uiteindelijk vergemakkelijkt het kleine aantal boeken dat snel terzijde kan worden gelegd ook de keuze uit het resterende grote aantal boeken dat een serieus oordeel verdient.

Soms had de jury het moeilijk met de keuze van het onderwerp. Vanzelfsprekend nemen ‘real-life-soaps’ en moderne en interactieve media een grote plaats in, in de belevingswereld van kinderen en jongeren. Aan boeken hierover geen gebrek. Ergerlijk wordt het in het enkele geval dat het commerciële succes van ‘de gouden kooi’ of ‘second-life’ weinig kritisch is gekopieerd.

Opvallend ook is het grote aantal boeken over rouwverwerking: pagina’s zijn volgeschreven over kinderen die greep proberen te krijgen op het verlies van een vader, moeder, zusje of vriendje. Dat zo’n indringende ervaring in een kinderleven zich goed leent voor fictie staat voor de jury buiten kijf. Maar een enkele keer vroeg de jury zich af of het verdriet om verlies niet iets minder uitbundig ingepeperd kon worden.

Zoals dat Andre Sollie in Een raadsel voor Roosje wél lukte; een klein juweel in taal, opbouw en tekeningen. Hierin geen groot verdriet dat van elke pagina spat maar de geleidelijke ontknoping van het raadsel dat haar zusje aan Roosje naliet. Terwijl Roosje toegang krijgt tot het troostende gedicht dat haar zusje speciaal voor haar schreef, weet zij – pagina na pagina – haar zusje mooier, completer te tekenen.

Aan prachtig geïllustreerde boeken was dit jaar geen gebrek. Opnieuw verscheen een deel van Kleine Ezel (Kleine Ezel en het boebeest), geschreven door Rindert Kromhout en getekend door Annemarie van Haeringen. Het kleine, ontroerende verhaal wordt naar een hoger plan getild door de wondermooie tekeningen. Eenzelfde prachtige verhouding tussen taal en beeld kenmerkt De almacht van de Boktor, geschreven door Toon Tellegen en getekend door Mance Post. Hier wordt de rijke, naar absurdisme neigende, vertelling gecontrasteerd met schijnbaar eenvoudige, maar treffende tekeningen.

Naast gelauwerde schrijvers als Toon Tellegen zijn er spannende debutanten. Vooral Vertrektijd van Truus Matti belooft veel voor de komende jaren. Fantasierijk, dapper en een zo mooi geconstrueerd verhaal dat een van de vier juryleden naar een zakdoek moest grijpen.

Maar uiteindelijk is de jury gevallen voor het grote gebaar, zoals in het boek dat bijna de eindstreep haalde: Rode sneeuw van Jan de Leeuw. Hier geen verhaal over aardige burenkinderen, maar een aangrijpende sage over een prinses in het hoogste noorden van Europa, die, gekwetst in haar eer, bloedig wraak wil nemen. Een tijdloos boek dat even zuiver is in taal als indrukwekkend in opbouw. Dat dit boek de eindstreep niet haalde duidt niet op een tekortkoming, maar is de verdienste van een andere schrijver.

Miep Diekman zei ooit dat het de taak is van de jeugdboekenschrijver om de zaak open te gooien, ook als dat betekent dat het boek een open einde heeft. Kinderen zeiden dan tegen haar: ‘Dat boek is niet af’. Haar antwoord luidde dan: ‘Nee, dat einde zit in jou’.

De beste boeken zijn zonder twijfel die welke voortleven in het hoofd van de kleine en grote lezer lang nadat de laatste pagina is omgeslagen. En dat is precies wat het winnende boek doet. Dit boek is verraderlijk eenvoudig in opbouw. Elk hoofdstuk wordt kort aangekondigd als een zintuiglijke ervaring (zoet, zout enz.), in het Nederlands én in het Arabisch. In de tweetaligheid wordt de belevingswereld van de hoofdpersoon, de kleine Pakistaanse Yaqub, dichtbij gebracht. Op vierjarige leeftijd wordt hij door zijn arme ouders verkocht aan een rijke sjeik in Dubai, die hem onder dwang opleidt tot kamelenjockey. Wat volgt is een indrukwekkend avontuur met ontberingen, eenzaamheid en kleine-jongetjes-moed. Of en hoe Yaqub ontsnapt – het is niet aan de jury om dat te verklappen maar aan de lezer om het uit te vinden. Misschien leest hij dit in het boek, misschien voltrekt het einde zich alleen in zijn hoofd.

De afgelopen jaren verschenen veel boeken over de door oorlog en conflict geteisterde Centraal-Aziatische regio. Niet zelden wordt de lezer gesticht of wordt met het nodige effectbejag de gruwelijkheid van Islamitisch bestuur en van vrouwenonderdrukking verbeeld. In het jeugdboek dat dit jaar de Woutertje Pieterse Prijs wint is nergens sprake van vals sentiment. In mooie kernachtige zinnen, trefzeker ingehouden als de omstandigheden het akeligst zijn, wordt het leven als kindslaaf heel invoelbaar. Door de schetsachtige, verfijnde tekeningen van Philip Hopman komt de dagelijkse werkelijkheid van stof, zweet en viezigheid nog dichterbij.

Het kan voor de schrijver nu geen verrassing meer zijn, maar de Woutertje Pieterse Prijs 2008 gaat naar Verkocht van Hans Hagen.

Amsterdam, 13 maart 2008

De jury

Femke Halsema, voorzitter
Gerbrand Bakker
Irma Boom
Joke Linders

Naar boven