Bijna jarig – Lessuggesties 2006

door Lieke van Duin en Jos van Hest

Boek

Als geen ander weet Imme Dros in de huid te kruipen van kleuters en te laten voelen hoe belangrijk dagelijkse gebeurtenissen in het kleuterleven kunnen zijn. Haar Ella, hoofdpersoon van Bijna jarig en verschillende andere prentenboeken, is een meisje dat jarig worden, nieuwe schoenen krijgen, pap eten en naar een mooi verhaal van de juf luisteren intens beleeft.

In Bijna jarig leeft Ella een week lang naar haar verjaardag toe. Ze weet dat haar cadeau op zolder staat, maar ze mag niet kijken want het cadeau is nog geheim. Ze kan er alleen over praten met haar vriendin Lucy. En proberen te raden wat het zou kunnen zijn, en uitnodigingen voor haar partijtje rondbrengen.

Drie dagen voor haar verjaardag laat de timmerman een ladder staan. Ella en Lucy klimmen erop, want dan kun je het bosje in de verte zien. Met de schommel kom je nooit zo hoog. Boven aan de ladder komen ze op het platte dak. Daar kunnen ze zomaar door het schuine dakraam naar binnen kijken, naar de zolder. Voordat Ella er erg in heeft, heeft ze haar cadeau zien staan: een poppenhuis! Ella schrikt: Ze heeft het geheim gezien! Ze voelt zich misselijk en ziek. Nu heeft zij een geheim over het andere geheim. Maar het is niet leuk en spannend. Het is een akelig rotgeheim. Opeens flapt ze eruit dat ze een poppenhuis voor haar verjaardag krijgt. Mama vraagt of ze op zolder geweest is. Nee, mama. Echt niet. Eerlijk niet. Dat klopt, maar voor Ella voelt het toch als jokken. Tenslotte maakt vriendinnetje Lucy een tekening met de ladder, het platte dak, de zolder en het poppenhuis. Ella geeft de tekening aan mama, die dan begrijpt dat het per ongeluk is gegaan.

Imme Dros en Harrie Geelen slagen er uitstekend in de bijna ondraaglijke spanning te laten zien van moeten wachten tot je jarig bent, de nieuwsgierigheid naar het cadeau, weten waar het staat maar niet mogen kijken, het per ongeluk toch zien en vooral het hevige schuldgevoel daarover.

Op de meeste pagina’s staan acht korte zinnetjes. De vierkante illustraties van Harrie Geelen zijn als schilderijtjes omlijst door een snelle penseellijn, waarbinnen de verfstreken duidelijk zichtbaar zijn, bijna alsof ze nog nat zijn. Door dat nadrukkelijke verfkarakter van de prenten heen zien je Ella bedrukt in een hoekje zitten, wanhopig op bed liggen met haar gezicht in het kussen, eenzaam aan tafel waar ze geen hap door haar keel krijgt, en ’s nachts wakker liggen van narigheid. In de prenten komen aspecten naar voren die niet in de tekst staan; ze vertellen het verhaal op hun eigen manier. Daardoor vullen ze het verhaal aan en geven het een extra dimensie. Zo hebben tekst en beeld elk een gelijkwaardige inbreng en zorgen samen voor een psychologisch rijk, warm en genuanceerd verhaal.

Leeftijd en (voor-)lezen

Bijna jarig is geschikt voor kinderen van vier tot en met zeven jaar. Laat de kinderen dicht om u heen zitten bij het voorlezen, want het is het belangrijk dat ze de prenten goed kunnen zien.

Voor wie verder wil lezen

Andere prentenboeken over het meisje Ella zijn:

  • Imme Dros en Harrie Geelen: Ik wil díe!, Unieboek 1991. Ella wil per se rode schoenen, maar het laatste paar in de winkel is een maat te klein. Toch trekt Ella ze aan en zegt dat ze passen. De volgende dag gaan ze naar oma. Ella’s nieuwe schoenen gaan steeds meer pijn doen. Tenslotte huilt ze van de pijn. De nieuwe schoenen gaan in de kast. Ella’s oude schoenen zijn niet mooi meer. Maar ze kunnen nog best. Want ze zitten! En ze lopen!
  • Imme Dros en Harrie Geelen: Pareltjespap is pap voor prinsessen, Querido 2006. Ella houdt niet van eten, maar mama bedenkt steeds iets waardoor ze toch haar bord leegeet. Op een dag krijgt ze pap met floddertjes. Dat vindt ze vreselijk vies, maar als mama zegt dat het pareltjespap is, vindt ze dat heel speciaal, want alleen prinsessen hebben parels. Met ogen dicht eet ze haar bord leeg. Tegen vriendinnetje Lucy zegt ze dat het naar ijs met jam, chocola en drop smaakt. Overigens spelen Ella en Lucy hier met het poppenhuis uit Bijna jarig.
  • Imme Dros en Harrie Geelen: Het mooiste boek van de wereld, Querido 2003. Zilveren Griffel. De juf op school leest voor uit een boek waarin een meisje rode schoentjes heeft. Ella gaat helemaal in het verhaal op, want zelf heeft ze óók rode schoentjes, al zijn die te klein (zie Ik wil díe!). Ella droomt van het meisje en van het boek, vooral als ze ziek wordt en niet kan horen hoe het afloopt. Het boek is niet meer in de winkel en niet in de bibliotheek. Gelukkig mag ze het boek lenen van de juf. Papa maakt er een kopie van, zodat Ella haar eigen boek heeft.
  • Imme Dros en Harrie Geelen: Naar het ziekenhuis, Querido 2009. Ella moet naar het ziekenhuis omdat ze een rare bobbel onder haar kin heeft. Een fistel, zegt de dokter. Ella doet een sjaal om, want niemand mag het zien. Ze is bang voor de operatie, maar gelukkig voelt ze er niets van. In het ziekenhuis krijgt ze nieuwe vriendjes. En op school kan ze een stoer litteken laten zien!

Prentenboeken van dezelfde auteurs waarin een jongen de hoofdrol speelt, zijn:

  • Imme Dros en Harrie Geelen: Morgen ga ik naar China, Querido 1995, 5+. Zilveren Griffel. Prachtige monoloog van Jan die vreselijk boos is, naar China wil en nooit meer terug wil komen. Want in China geven pappa’s hun kind nooit een tik voor hun billen. Ontroerend detail: op de een na laatste bladzijde zie je een traan bij Jan.
  • Imme Dros en Harrie Geelen: Pissebed Fred , Querido 2007, 4+. Bas van vier woont op een flat. Alle kinderen uit zijn klas hebben een huisdier, behalve hij. Bas gaat bij oma logeren, in een huis op de grond, met een tuin erbij. Oma heeft geen poes of hond, maar in oma’s tuin vindt Bas een pissebed. Hij vindt hem prachtig, net een ridder met een harnas, en noemt hem Fred. Van een schoenendoos maakt Bas een huisje voor Fred, met een bordje modder, een steen, klimop en kijkgaatjes. Nu heeft hij ook een huisdier!

Een prentenboek van dezelfde auteurs waarin een meisje en een jongen de hoofdrol spelen, is:

  • Imme Dros en Harrie Geelen: Het grote avonturenboek van Roosje, Unieboek, 1998-2009, 5+. Bundeling van vier boekjes over Roosje en Bart: Roosje kreeg een ballon, Roosje moet mee, Roosje kan veters en Roosje wil dokter worden, bestaande uit humoristische, uit het kleuterleven gegrepen schetsen waarin Roosje en Bart nu eens op elkaar zijn en dan weer heftig ruzie hebben.

Andere prentenboeken over jarig zijn voor 3-7-jarigen:

  • Max Velthuijs: Kikker en een heel bijzondere dag, Leopold 1999, 3+. Op een ochtend bedenkt Kikker dat het volgens Haas vandaag een bijzondere dag is. Maar waarom eigenlijk? Hij vraagt het aan alle dieren, maar niemand weet het. Op de deur van Haas zijn huis zit een briefje. Kikker kan niet lezen, maar één woord herkent hij: FEEST. Haas is dus naar een feest waar hij, Kikker, niet voor uitgenodigd is! Verdrietig gaat hij naar huis. Daar hebben zijn vrienden een feest voorbereid, want Kikker is jarig!
  • Max Velthuijs: Een taart voor kleine Beer, De Vier Windstreken 1988, 2+. Aandoenlijk verhaal waarin Varkentje een taart bakt voor de verjaardag van kleine Beer, maar die grotendeels zelf opsnoept met Haas en Eend. Kleine Beer is echter heel blij met wat er tenslotte nog van over is… Met recept voor chocolade verjaardagstaart.
  • Marianne Busser en Ron Schröder: Liselotje is jarig, in: Het grote Liselotje boek, illustraties Dagmar Stam, Van Holkema & Warendorf 2005, 3+. In dit verhaal op rijm krijgt prinses Liselotje veel cadeaus, waaronder een poppenhuis dat lijkt op het poppenhuis dat Ella krijgt.
  • Ragnhild Scamell & Adrian Reynolds: Toby’s poppenhuis, Mercis Publishing 2000, 3+ (alleen in de bibliotheek). Het jongetje Toby wil graag een poppenhuis voor zijn verjaardag, maar zijn familie begrijpt dat niet. Dus krijgt hij een parkeergarage, een kasteel, en een boerderij met dieren. Dan maakt Toby zelf een poppenhuis van de dozen waar al die cadeaus in zaten, waarna iedereen gelukkig is.

Een prentenboek over jarig zijn voor 2- tot 4-jarigen:

  • Elle van Lieshout & Erik van Os: Wie is er jarig? Illustraties Suzanne Diederen, Kimio 2005. Vrolijk en simpel prentenboekje, met Lees- en Speelbrief.

Een informatief verhalenboek over jarig zijn voor iedereen vanaf 8 jaar:

  • Jos van Hest & Saskia van der Valk: VerjaardagsVerhalen, illustraties Sylvia Weve, Gottmer 1998 (alleen in de bibliotheek). Achtentwintig verhalen over jarig zijn in achtentwintig landen. Aan elk verhaal gaat een stukje informatie vooraf en in elk verhaal wordt beschreven hoe in het betreffende land een verjaardag gevierd wordt.

Groepsgesprek over het boek

Voor een groepsgesprek over dit boek kan plaatsvinden, moet het zo voorgelezen zijn dat alle kinderen de prenten goed hebben kunnen bekijken. Dat gaat het best in een kleine groep. Lees het boek enkele malen voor. Laat daarna de kinderen zelf ‘voorlezen’ bij de prenten. Ook al kunnen ze nog niet lezen, ze kunnen wel het verhaal in eigen woorden vertellen bij de prenten. Daaruit blijkt al een stukje eigen interpretatie. Dat kan vloeiend overgaan in een groepsgesprek. Laat de kinderen eerst spontaan reageren. Ga dan vragen stellen:

  • Wat vond je leuk aan het boek? Of mooi? Of spannend?
  • Wat vond je niet leuk aan het boek? Of saai? Of lelijk? Of erg?
  • Wat begrijp je niet helemaal?
  • Vind je de plaatjes tekeningen of schilderingen? Welk plaatje heeft de mooiste lijst? Op welk plaatje zie je de mooiste lucht?
  • Zag je ook dingen (patronen) die steeds terugkomen?

Als antwoord op de laatste vraag kunnen antwoorden komen als:

  • Alle plaatjes zijn even groot.
  • Om alle plaatjes zit een rand die een beetje beverig geschilderd is.
  • Er zijn allerlei patroontjes in de illustraties: ruitjes in het tafelkleed en op de vloer, streepjes in de bank en in de schutting, rondjes op het behang, steentjes in de muur, hartjes op Ella’s rok, stippen op het gordijn…
  • Alle zinnen zijn kort.
  • Er zijn veel praatzinnen bij, waarin iemand iets zegt.

Spelregels en tips:

  • De leerkracht heeft een open houding: er is niet één waarheid, één oplossing of één goed antwoord. Een gesprek kan juist opbloeien door de diversiteit aan meningen en interpretaties.
  • De kinderen moeten het boek goed kennen voordat er een groepsgesprek over gehouden kan worden. Ze kunnen hun mening dan uitleggen aan de hand van fragmenten en illustraties uit het boek.
  • Er zijn meer vragen mogelijk; elke leerkracht ontwikkelt daarin zijn of haar eigen stijl.
  • Alles mag gezegd of opgemerkt worden. Niets is gek of stom. Geef de kinderen het gevoel dat het belangrijk is wat ze zeggen.
  • Iedereen luistert naar elkaar. Er wordt niet door elkaar heen gepraat.
  • Stel geen gesloten vraag waarop maar één antwoord mogelijk is. Vraag liever: ‘Waar zie je dat?’, ‘Hoe bedoel je dat?’, ‘Kun je dat laten zien?’ of ‘Vertel eens…’.
  • Laat het gesprek niet langer duren dan nodig. Het ene boek geeft meer gespreksstof dan het andere.
  • Deze manier om een groepsgesprek te voeren werkt het best als er regelmatig zo met elkaar wordt gepraat. Dan raken de kinderen eraan gewend en gaan ze het leuk vinden om op ontdekkingsreis te gaan in een volgend boek.
  • Deze aanpak is gebaseerd op verschillende inspirerende boeken: Aidan Chambers: Vertel eens en De leesomgeving, Biblion, Den Haag 2001, en Jan van Coillie: Leesfeesten en boekenfeesten – Hoe werken (met) kinder- en jeugdboeken?, NBD/Biblion, Den Haag 2007.

 Praten

Over jarig zijn

Ella is bijna jarig. (…)
Ze weet wat ze gaat doen.
Ze weet wat ze gaat eten.
Ze weet wie ze gaat vragen.

Praat met elkaar over verjaardagen. Hoeveel jaar wordt Ella, denk je? Waar kun je dat zien in het boek? Wie in de groep is er binnenkort jarig? Wie is er net jarig geweest? Hoe vier je jouw verjaardag? Wat doe je dan op school en thuis? Een gesprek over verjaardagsfeesten, verjaardagseten, over slingers en cadeautjes, liedjes, traktaties, felicitaties.

Verjaardagen kunnen heel uiteenlopend gevierd worden. Dat hangt af van de gebruiken, de rituelen, de regels, de cultuur op een school, in een gezin, in een groep. Er zijn ook grote mensen en kinderen die hun verjaardag niet vieren. Is dat erg?

Over dingen doen die niet mogen

 

Ze wil meteen naar beneden.
Lucy vindt dat zonde en jammer.
Ze heeft nog lang niet alles gezien.
Maar Ella heeft te veel gezien.

Ella is de ladder op geklommen en ze heeft door het dakraam het poppenhuis op zolder gezien. Ze heeft iets gedaan wat niet mag. Heeft haar vader of moeder gezegd dat ze niet op een ladder mag klimmen? Of dat ze niet door het dakraam mag kijken? Doet Ella dingen die niet mogen?

Voer een gesprek over wat kinderen niet mogen van hun moeder, vader, juf, meester. Doe jij wel eens dingen die niet mogen? Hoe voelt dat? Waarom mag je dat eigenlijk niet? Ben je het eens met je moeder, vader, juf of meester? Als je zelf een kind had, zou jouw kind sommige dingen dan ook niet mogen?

Over geheimen

Nu heeft Ella zelf geheim.
Een geheim over het andere geheim.
Maar het is niet leuk en spannend.
Het is een akelig rotgeheim.

Praat met elkaar over geheimen, over leuke geheimen en rotgeheimen. Is het leuk of vervelend om een geheim te hebben? Heb jij wel eens een geheim van jezelf aan een ander verteld? Heb je wel eens van iemand anders een geheim gehoord? Heb je wel eens een geheim doorverteld? Moet een geheim altijd een geheim blijven? Mag je een geheim nooit doorvertellen? Hoe vertelt Ella haar geheim? Denk je dat je eigen juf een geheim heeft? Wat zou het geheim van de juf zijn? Wie wil zijn eigen geheim in geheimtaal aan de groep vertellen?

Over je schuldig voelen

Op school vergeet ze de geheimen.
Maar als ze naar huis gaat denkt ze eraan.
En als ze in bed ligt helemaal.
In bed lijkt het allemaal nóg erger.

Ella heeft iets gedaan wat ze niet mag en daar heeft ze last van: ze voelt zich schuldig. Praat met elkaar over je schuldig voelen. Zou jij je ook schuldig voelen als je Ella was? Heb jij je wel eens schuldig gevoeld? Over wat? En hoe is dat overgegaan? Als je je schuldig voelt, waar voel je dat dan het meest in je lijf?

Over het huis op de schutbladen

Is het huis op het schutblad een echt huis of een poppenhuis, denk je? Als je denkt dat het een poppenhuis is, lijkt het dan op het poppenhuis dat Ella voor haar verjaardag krijgt? Wat is er anders aan?

Stel je voor dat je het huis op het schutblad binnenkomt. Naar welke kamer zou je dan het eerst gaan? Wat is het lekkerste plekje om te zitten? Lijkt het bed op jouw bed? Ziet jullie wc er ook zo uit? Hebben jullie een bad of een douche? Zou je in dat huis willen wonen?

Over de kleren van Ella

Bekijk samen alle platen waar Ella op te zien is. Ze heeft vaak een strik in haar haar. Is dat altijd dezelfde? Ze heeft vaak een jurkje aan. Hetzelfde jurkje? Wat voor kleren draagt Ella in het boek? Noem ze allemaal op, op de manier van: Ik ga op reis en neem mee… Dus begin met: Ella heeft een blauwe jurk. Dan: Ella heeft een blauwe jurk en een wit bloesje. Dan: Ella heeft een blauwe jurk, een wit bloesje en een groene rok. Enzovoort.

Vind je de kleren van Ella leuk? Zou je ook zulke kleren willen dragen? Lijken de kleren van Ella op de kleren van haar vriendin Lucy? Lijken de kleren van de kinderen in jouw groep op de kleren van Ella?

Over de tekeningen

Kies samen de verdrietigste tekening van het boek uit. Waarom wint die tekening in verdrietigheid? Ga ook samen op zoek naar de stilste tekening, de grappigste tekening, de kinderachtigste tekening. Welke tekening zou jij het liefst gemaakt willen hebben?

Voor kinderen die kunnen lezen: Op de omslag en de titelpagina (dat is de bladzijde met de titel van het boek en de naam van de schrijfster) staat ook wie de plaatjes heeft gemaakt. Hoe heet die meneer of mevrouw? Er staan ook twee tekeningen in het boek die Lucy heeft gemaakt. Lijken die op de andere plaatjes of zijn ze anders? Heeft Lucy die tekeningen echt zelf gemaakt?

Doen

Jezelf schilderen achter een raam

it is Ella achter een raam van haar huis. Schilder een raam van het huis waar jij woont met jezelf erachter. Staan er bij jou ook planten op de vensterbank? Zijn er ook gordijnen? Kijk naar de schilderingen in het boek: je ziet veel tegels en steentjes, hokjes op gordijnen, rondjes op muren, stippen en strepen. Kijk op jouw schildering waar je vierkantjes, rondjes, stippen of strepen kunt zetten. Maak van alle schilderingen een tentoonstelling.

Zoeken en tellen

Bekijk de plaat op de voorkant en zoek in het boek dezelfde plaat op. Bekijk de plaat op de achterkant; waar staat in het boek diezelfde plaat? Bekijk het plaatje op de titelpagina. Waar in het boek zie je datzelfde plaatje terug?

Bekijk alle schilderingen van het boek, van kaft tot kaft. Hoeveel ladders tel je? (Een stukje van een ladder telt ook voor ladder). Hoeveel schommels tel je? Hoeveel bedden? Hoeveel wc’s? Hoeveel poppenhuizen?

Uitnodigingen maken

Mama schrijft kaarten voor het feest:
Kom je zondag op mijn verjaardag?
Ella tekent er vlaggen en taarten omheen.

Geef de kinderen elk een correspondentiekaart waarop met feestletters een uitnodiging geschreven staat: Kom je zondag op mijn verjaardag? Net als Ella versieren de kinderen de kaart met vlaggen en taarten, feestslingers en pakjes, glazen limonade en bordjes met lekkere hapjes. Maak van alle kaarten een tentoonstelling.

Op een soortgelijke manier kunnen de kinderen ook felicitatiekaarten voor Ella maken met Hartelijk gefeliciteerd met je verjaardag! erop.

Het boek een plek geven

Schrijf op bord een grote K. Vertel dat die K betekent: Kinderboek.

Schrijf op bord een grote G. Vertel dat die G betekent: Grotemensenboek.

Schrijf op bord een grote M. Vertel dat die M betekent: Meisjesboek.

Schrijf op bord een grote J. Vertel dat die J betekent: Jongensboek.

Vraag de kinderen om, zonder met elkaar te overleggen, één letter te kiezen die ze het beste vinden passen bij het boek. Het gaat niet om ‘een goed antwoord’, maar om hun mening.

Vraag de kinderen hun letter te noemen en turf de uitkomst op het bord.

Bespreek daarna de uitkomst; vraag de kinderen om hun motivatie en praat daar op door. Waarom is het geen boek voor grote mensen? Omdat er plaatjes in staan? Staan er nooit plaatjes in boeken voor grote mensen? Waarom is het (g)een jongensboek? Omdat het verhaal over meisjes gaat? Zijn verhalen over meisjes alleen leuk voor meisjes? Wordt het een jongensboek als Ella Steef zou heten en een jongen zou zijn, ook op de plaatjes? (Zie onder ‘Voor wie verder wil lezen’ het prentenboek Toby’s poppenhuis, over een jongen die een poppenhuis voor zijn verjaardag vraagt.)

Gezichten trekken

Bekijk samen de plaat waarop Ella door het dakraam kijkt en haar handen voor haar mond slaat. Wat voelt of denkt ze dan, denk je? Probeer ook zo’n gezicht te trekken en hetzelfde te voelen. Lukt dat?

Bekijk de volgende plaat waarop Ella op de bank zit en niets meer wil. Doe alsof je die Ella bent en trek het gezicht dat daarbij hoort. Hoe ziet dat eruit? Bekijk jezelf in een spiegel. Hoe ziet het eruit als een ander kind zo’n gezicht trekt?

Bekijk de volgende plaat waarop Ella op bed ligt met haar gezicht in een kussen. Hoe zou haar gezicht eruitzien? Doe dat na!

Een poppenhuis tekenen

Print deze ‘kleurplaat’ van een leeg poppenhuis op A4 voor elk kind. (Klik hier voor een grotere versie).

Laat ze het poppenhuis al tekenend en kleurend ‘inrichten’ met meubeltjes. Wie wonen er in het poppenhuis?

Praat over de huizen waarin de kinderen zelf wonen. Wie woont er in een huis met verdiepingen? Ga je met de trap naar boven of met de lift? Hebben jullie een aparte keuken of een keuken in de woonkamer? Wie heeft er een zolder, net als Ella? Wie heeft er een tuin? Wie een schuur? Laat ze daarna hun eigen huis tekenen, met de tuin en alle mensen die er wonen.

Een poppenhuis knutselen

Laat de kinderen een poppenhuis in elkaar knutselen van een doos en waardeloos materiaal. Luciferdoosjes worden tafels, stoelen, kasten en bedden. Tandpastadopjes worden lampen, stukjes van foto’s uit kranten worden schilderijen. Van een kurk met een knoop erop gelijmd maken de kinderen een tafel of krukje; lapjes worden gordijntjes en dekentjes; kralen worden vazen en bekers, enzovoort. De kinderen kunnen het poppenhuis ook inrichten met behulp van legosteentjes.

Links

 

Naar boven